Motorreis uithoudingsvermogen
Wie nog nooit met de motor lang op pad is geweest heeft soms weinig weet van de energie die het kost om een motorreis te maken. Het lijkt een ontspannen aangelegenheid, na maanden hard werken eindelijk elke dag rondtoeren. Maar motorrijden vraagt om continue scherpe aandacht, vooral op de wegen buiten ons vlakke land waar we vaak met vlotte snelheid door bochtige bergwegen scheuren langs diepe afgronden. De MotorAvonturist zoekt daarnaast ook nog weleens zijn heil in avontuurlijke ‘enge’ landen, waar we continu uit onze comfortzone nieuwe indrukken opdoen en als een trillend rietje met imponerende tandeloze mannen pruimlikeur drinken. Dit alles slurpt de energie uit je lichaam, waardoor je ‘s avonds soms om 21.00 uur al je tent inkruipt en nog net genoeg energie hebt om je slaapzak dicht te ritsen voor je als een blok beton in slaap valt.
Het uithoudingsvermogen van de MotorAvonturist verschilt sterk van persoon tot persoon. Op motorfora lees ik weleens stoere verhalen van 1000km per dag met twee vingers in de neus. Ik zelf ben na 250km binnendoorwegen helemaal kapot. Op snelwegdagen ligt mijn maximum rond de 500km op een noodzakelijke uitschieter na. Of het verantwoordelijk was dat ik doorreed is een tweede. Wat ik in deze post wil uitzetten is onze basiskennis over uithoudingsvermogen op de motor, die wij door de jaren heen door schade en schande hebben opgedaan. Zodat jij na twee weken door ‘enge’ landen rijden nog steeds fris en fruitig opstaat en niet dat ravijn inrijdt of meteen de haren uit je maat z’n kop trekt bij het eerste meningsverschil.
Reisritme
Motorreizen kan op verschillende manieren. Er kan vanaf een vaste plek, (motor)camping of hotel, een bepaald gebied verkend worden. Vaak gaat het om berggebieden die voor meerdere dagen een hoop toerplezier beloven. Als je beperkt bent in tijd en het gebied op verre afstand ligt, kan overwogen worden de motor op de aanhangwagen of met de trein te vervoeren. Motorreizen kan ook een nomadisch karakter hebben. Iedere dag trek je verder en slaap je op een andere plek. In een hotel slapen en uit eten gaan is dan wel een stuk minder vermoeiend dan zelf koken en je tent opzetten en afbreken. Dat laatste heeft toch wel onze voorkeur, ontstaan vanuit ons beperkte studenten budget, maar nu vooral door de ervaring aan schitterende wildkampeerplekken waar geen 5-sterren hotel tegenop kan.
Ga je met de tent op reis dan kom je al snel in een ritme. Tent inpakken, ontbijten, rijden, lunchen, boodschappen doen en een nieuwe slaapplek vinden. ‘s Avonds bepalen we vaak de route voor de volgende dag en wat ongeveer ons eindpunt zal zijn. Hoe meer ervaring je hebt, hoe beter je voor jezelf kan inschatten hoe ver je kan komen. Laat het idee van eindpunt vooral erg los en geef onverwachte wendingen alle ruimte. Hoogtepunten komen vaak uit onverwachte hoek. Dan heb je die dag maar 40km gereden, om vervolgens wel als VIP gast ontvangen te worden op een Servisch motorfestival.
Hoeveel kilometers je op een dag kan maken is afhankelijk van veel factoren. Op de snelweg hou je constant een hoge snelheid aan en is het rijden niet erg intensief. Verveling is eerder de vijand. Sportieve wegen vragen meer de aandacht en maken je sneller vermoeid, waardoor je vaker zult stoppen. Onverharde bergwegen zijn technisch nog moeilijker en vragen lichamelijk veel van je. Daarnaast is het in dit soort gebieden de natuur zo adembenemend mooi dat ik vaak genoeg stop om foto’s te maken en te genieten van de uitzichten. Gemiddeld rijden wij zo’n 250km per dag. De ene dag wat meer of minder dan de andere dag.
Fitheid
Luister naar je moeder: zorg goed voor jezelf onderweg. Rij niet door met een knorrende maag en sterren voor de ogen, omdat je bijna op je bestemming bent. Niet alleen breng je jezelf in gevaar, de snickerbitch is de grootste vijand van je vermogen om reisgenoten uit te houden. Eet en drink voordat je honger en dorst krijgt. Janus heeft al eens de camelbak aangeprezen en ik wil nooit meer zonder. Koop keks koekjes, snelle jelles of maak je eigen beef jerkey. Prop jezelf en je maten continu vol en je zal zien dat je elkaar aan het eind van de dag in elk geval doordacht kan uitmaken voor rotte vis.
Als ik ergens verbetering in motorreis stamina gemerkt heb, is na een half jaar drie keer in de week naar de sportschool gaan. Wil je met twee vingers in de neus over dat eindeloze onverharde bergpad vliegen, luister dan naar je vrouw: kom van die luie reet af. De Motoravonturist is uit beginsel sexy, maar of je met die dikke pens ‘s avonds nog puf hebt om die slanke Oekraïense op de dansvloer te overmeesteren is een tweede.
Kleding
Het is op reis soms idioot wat voor uiteenliggende extremen je in korte tijd tegenkomt. Zo heb ik eens een week door de regen gereden op weg naar Italië, een sneeuwballen gevecht gehouden op de Stella Alpina om een paar dagen later mijn motorpak uit te zwemmen in de Spaanse Bardenas Reales woestijn. Met de verkeerde kleding kost het je lichaam flink wat energie om deze extremen te trotseren.
Mijn Goretex pak houdt mij in de meeste oorden het hele jaar droog, warm en koel. Het was als doorrijdende student de investering dik en dwars waard. Pas in warmere oorden als Griekenland en Spanje ontdekte ik de tekortkomingen van dit pak. Nu heet ik natuurlijk niet voor niets Peter de Zweter en dus ging het pak noodgedwongen onder de spanbanden om uitdroging te voorkomen. Ga je veel uiteenlopende extremen tegenkomen, dan is het beter om in verschillende lagen te werken in plaats van één wonderpak. Je neemt een goed ventilerend pak als basis, trekt daaronder thermo ondergoed en een softshell trui aan tegen de kou en daaroverheen je regenpak op de natte dagen.
Vaak is alledaagse kleding helemaal niet zo praktisch op reis. Katoen drijft slecht zweet af, verliest zijn isolatiewaarde en heeft veel tijd nodig om te drogen. Synthetische sportkleding en merino wollen kleding zijn comfortabeler en veel praktischer. Het helpt je lichaam zijn temperatuur beter te reguleren en is sneller droog na een wasbeurt. Omarm die ANWB look, je zal er een gelukkiger mens van worden.
De wind is een killer voor je uithoudingsvermogen, vooral door het geruis in je oren. Ik ga er eigenlijk vanuit dat iedereen gehoorbescherming draagt. Zo niet, dan ligt hier de mogelijkheid je stamina een flinke upgrade te geven.
Motorfiets
Volgens Sjaak Lucassen moet je helemaal zelf weten welke reismotor je kiest. Zijn wereldreis op een R1 geeft al aan dat alles mogelijk is. De motorkeuze is zo persoonlijk, dat het geen zin heeft te vertellen wat je moet kiezen. De ontdekking voor de juiste motor is aan jou. Bedenk vooral goed wat voor motorrijder je bent en wat je met je motor gaat doen. Na het zien van Mondo Enduro was ik ervan overtuigd dat de Suzuki DR350 mijn motor moest worden. Niets bleek minder waar. Het ontbreken van windbescherming, het harde werken op hoge snelheid en het nukkige 1 cilinder karakter maakten het een erg vermoeiende motor.
Het spreekt eigenlijk voor zich, goede windbescherming en een ontspannen houding spelen een grote rol in uithoudingsvermogen. Maar vergeet de zadelpijn ook niet. In een oud doorgezakt of zacht zadel zal je derrière wegzakken, waardoor de doorbloeding in het zitvlak verslechterd. Een stevig zadel is daarom een betere keus.
Ook je rijstijl is van grote invloed. Gejaagd rijden geeft je een stuk minder tijd om te anticiperen wat er gaat komen en beslissingen te nemen. Meer daarover lees je in dit artikel van de Luiemotorfiets.
Veel onderwerpen zijn kort belicht, maar ik hoop hiermee een duidelijk overzicht te hebben geven van alles dat invloed heeft op het uithoudingsvermogen van de MotorAvonturist. Toch blijft het vaak ook een persoonlijk verhaal. Mocht je nog aanvullingen hebben, dan zijn die zeker welkom.
al hebben we het over motorreis uithoudingsvermogen. zal ik mij dan maar even melden.
als je lange stukken snelweg gaat rijden gebruik de juiste in-ear oordoppen voor een lekker stukje muziek. het houd je bezig en voor je het weet is er alweer een album voorbij. tijd gaat er lekker snel van.
als onderweg snack naast de snelle kreukel Jelles (komen in de meest vreemde vormen uit de bagage vandaan.) heb ik ook vaak bifi worstjes mee. even uitpakken op het tankstation en op de snelweg eet ik hem wel verder. Je moet alleen testen of dat werkt met je oordoppen. otoplastieken druk ik er namelijk uit tijdens het kauwen.
de camelbak voor de dorst. en door de combinatie van suiker en zout in O.R.S. apotheek tegen uitdroging na diarree. is eigenlijk de kale isostar/extran sport rehydratie drank. verbeterd de concentratie en uithoudingsvermogen.
verder jezelf zoethouden met rekenen en cijfertjes. hoeveel km tot stad x. o alweer 100km gereden sinds de tankbeurt. nog maar 50km tot de volgende stop.
wissel regelmatig van houding. de meeste zadels zijn groot. en duo stepjes zitten er niet voor niets op. je kan er zelfs op staan en voorover leunen mocht je niet meer kunnen zitten.
hou je temperatuur in de gaten. te warm of te koud en je kan minder lang rijden.
hou het wapperen van je kleding in bedwang. hoe meer het wappert. des te meer heeft je lichaam te corrigeren. indien mogelijk voor een goed aansluitend pak gaan.
al deze ervaring hebben ertoe geleid dat ik 2 jaar geleden om 3 uur ‘s middags nog even bedacht naar huis te rijden. half 6 de volgende ochtend was ik thuis. was nog maar 1490km. dagtotaal 2050km 21:35uur.
ook binnendoor zit erg veel verschil. in de bergen ligt je snelheid laag. veel krappe onoverzichtelijke bochten en hoogteverschil waar je rekening mee moet houden.
langs de kust of in het rustigere binnenland kan het totaal anders zijn. kan de snelheid hoger omdat er niemand voor je rijd. vaak overzichtelijker. en minder hoogteverschil. doordat je daar allemaal geen rekening mee hoeft te houden is het zelfs mogelijk om je lichaam in rust te brengen op lange stukken zonder afslagen of verkeer. waardoor je aan 2 uurtjes slaap eigenlijk meer dan zat hebt. en een luxe tent heb je niet nodig. een onderuit gezakt stoeltje voldoet dan prima.
72uur iets van 3300km en maar 1x gegeten. dus toen lag ik in de greppel omdat ik teveel naar de berm keek. zolang je naar het midden van de rijbaan kijkt blijf je daar wel.
offroad kan heel veel energie vragen als je beroerde paden hebt. maar als het eens meezit en je een brede zandweg hebt kan je rustig met 100+ over de kuilen doorkachelen. alleen is dan je bagage een punt. heb je teveel mee klapt je motor door de veren. moet de snelheid eruit en moet je door de kuilen. vermoeiend. of tussendoor slingeren. nog vermoeiender.
maar het word pas echt energie vretend als je continu je motor moet optillen verslepen uitgraven en meer van dat soort klusjes.
Alles is goed belicht zo. In een groep bepaald de “zwakste” (of de eerlijkste) de stop momenten. Voor mij helpt veel sightseeing, geniet van de reis ipv een zo ver of lang mogelijke reis. Pas je ook aan na de omstandigheden, na een dag lang kapot regenen een warme hotelkamer met een warme douche of bad doet dan wonderen, ook al was je van plan om te kamperen.
Fijn artikel! Net m’n eerste lange trip achter de rug (richting Oostenrijk), een aantal zaken zijn zeer herkenbaar 🙂
Mijn ervaring is dat je ervoor moet zorgen om meer dan voldoende drinken. Camelbak, flesje water bij het tankstation, maakt niet uit, maar je droogt sneller uit dan je denkt! Kan het niet vaak genoeg benoemen, niet alleen voor woestijnridders, maar ook als je ff van Delfzijl naar Zeeland wilt kachelen.
Zoals gezegd is op lange stukken snelweg de wind energievreter nummer 1. Daarom aan een gemoedelijke 120 km/h is voor mij en stuk langer vol te houden dan aan 150 doorkachelen.
Als je denkt dat je niet meer kan dan moet je stoppen, zelfs als je maten door willen. Zet je fiets aan de kant, ga lekker op de grond liggen en je zal zien dat je maten erbij komen liggen. Na een kwartiertje ben je er wel weer. Voor mij is dit overigens wel een teken om zo snel mogelijk een camping op te zoeken
Jan zei het al en Janus prijst de Camelbak. Het is wel zo. Hydratatie is alles. Stoerdoenerij en opschepperij over hoeveel km’s je wel niet hebt gemaakt word ik beetje flauw van pfff. In de basis draait het om juiste temperatuur, hydratatie, voldoende eten en voldoende rust. Beetje oubollig maar tis wel zo. Enneh teveel doorzakken de avond voor een dag toeren en je rijdt als een slappe krant 😉
Wat ook zo heerlijk vermoeiend kan zijn is de stress voor de reis. Ik weet nog goed dat ik mijn vriendin en haar familie achterna reisde met de motor naar Engeland. Ergens had ik gelezen dat je op de boot soms zelf je motor moest vastzetten! Dus spanbanden gekocht en eigenlijk kon ik de 3.5 uur rijden naar Duinkerke alleen maar denken aan: ‘Straks moet ik mijn eigen motor vastzetten. Hoe doe ik dat? Waar maak ik ‘m vast? Is er ruimte voor mijn motor? Hoe wild is de zee?’
Toen ik eenmaal de boot op mocht, werd ik door twee mannen in oranje hesjes naar een plekje geloodst. Ik was de motor nog niet af of mijn fiets stond al met een dikke spanband over het zadel muurvast… Enigszins verbaasd keek ik ernaar en voelde ik even hoe stevig het stond. Daarna kwam tijdens de 3 uur varen alle stress eruit en heb ik alleen maar geslapen. De 4 uur die in Engeland nog resteerden waren daardoor ook vrij vermoeiend…
Maar dat is natuurlijk ook ervaring. Nu weet ik beter en rijd ik met een gerust hart naar Engeland.
Wat ik sowieso doe op vakantie is om de 100km even stoppen, even wat drinken en/of eten. Mijn Transalp heeft een hoge ruit, dat is lekker want ik zit uit de wind maar wel turbulentie om mijn helm: gegarandeerde herrie dus, ook al heb ik sleepplugs in mijn oren.
“Wie nog nooit zijn motor onnozelweg heeft laten omver vallen, heeft soms weinig weet van de energie die het kost om hem weer terug op te rapen”.
Van de week had ik blijkbaar te laat door dat mijn nieuwe oprit te fel begaf gaat om mijn motor op een fatsoenlijke manier te kunnen geparkeerd te krijgen. Ik was me van dat gevaar bewust, maar het was valavond.
Hier in de Ardennen staan er soms gaten in de weg van een halve meter breed en een halve meter diep. Als ze de mogelijkheid zien om putdeksels of bochten in te bouwen, zullen ze dat zeker niet nalaten. Doch er staan flitspalen noch bloembakken in de weg.
Maar pas als de mensen voor hun garagepoort staan vallen ze omver. Allez ik toch.