De dag begint moeizaam. Niet vreemd na alle indrukken en emoties van de eerste dagen. Er is blijkbaar veel te verwerken in mijn hoofd, want ik droom de raarste dingen. Langzaam pakken we onze spullen in en vervolgen de R7 richting het westen. Naarmate we verder rijden, verandert het landschap van groene bossen in leeg, rotsig en uitgestrekt. De lucht is grauw, het water donker en het landschap varieert tussen donkergroene grasvlaktes en grijze rotspartijen. De houten huizen staan erg dramatisch in de omgeving. We stoppen voor een plaspauze en ontdekken een kiezelstrand vol met steenmannetjes. Het is een traditie van toeristen, die zijn oorsprong kent in de graven uit de bronstijd. Diederik neemt de tijd en bouwt een ware replica van de Shanghai World Financial center.
Mijn eigen kunstwerk is iets meer bescheiden, want ik was al even aan het fotograferen en had daardoor niet zoveel tijd.
We rijden verder. Het begint goed koud te worden. Ik zit verkleumd op de motor, terwijl de messcherpe wind in mijn nek snijdt. Ik duik achter mijn kuipruitje en voel mij erg klein. Het landschap is overdonderend mooi. Alle tinten groen en grijs razen langs je heen, terwijl de geur van ongerepte natuur je helm in blaast. Het landschap is ruig. Ik kijk om mij heen en in mijn gedachte zie ik Ragnar al met een grote hakbijl tussen de rotsen rondrennen. Noorwegen grijpt mij bij mijn strot en ik geef mij er totaal aan over. Hier ben ik voor gekomen.
Op een parkeerplaats vol toeristen stoppen we even om te kijken waarvoor iedereen hier is. We doen onze helmen af en horen een bulderend geluid. Het is de beroemde Vøringfossen, een waterval van 183 meter hoog, een enorm spektakel om te zien. Met een raar gevoel in mijn benen leun ik tegen een oud ijzeren hekje op een uitzichtpunt.
Naast het uitkijkpunt is een graf van een Griek die een paar jaar geleden iets te dicht bij een het randje ging kijken. Terwijl ik mij voorstel hoe die man die enorme diepte inkukelt, gaat er een rilling door mijn rug.
Via de boot over het Hardangerfjord naderen we het laatste stuk van de R7 richting Bergen. Wat volgt is een fantastische weg met uitdagende bochten. We vergeten de mooie omgeving en scheuren langs de fjorden. Het is verschrikkelijk genieten.
We gaan weer opzoek naar een plek om te wildkamperen. Het is lastig in dit gebied, want naast de weg is of een hoge dichtbeboste berg of het zeewater in de fjorden. We nemen de gok om een smal pad de berg op te rijden. Het is niet echt een succes. Ik haal de bepakking van mijn motor en keer alleen terug het steile pad af om een mogelijke andere plek te beoordelen die ik niet veel eerder had gezien. Het is aan het water langs de doorgaande weg. Toch zitten we nog best beschut. De ondergrond is alleen wel van grove stenen. Ik keer terug naar Diederik en we besluiten naar de plek aan het water te gaan.
Even later ben ik aan het koken op een grote platte rots langs het fjord. We moeten een beetje creatief zijn met wat keien om de wind uit mijn brander te houden. De locatie is echt fenomenaal, het eten smaakt goed en het is heel erg gezellig.
We naderen Bergen, de natste stad van Europa. Deze stad is een aantal keren afgebrand. Om brand te voorkomen waren vroeger alle houten gebouwen onverwarmd. Het is eind juli en Diederik en ik zitten de hele dag bibberend op de motor. Het uitzicht onderweg wordt goed verziekt door dikke mist. Het regent. Diederik is niet voorbereid op dit weer. Hij had nooit het plan hierheen te rijden en heeft dan ook geen regenpak bij zich. Hij twijfelt sterk wat hij gaat doen. Of Bergen wordt een keerpunt naar het zuiden en hij rijdt naar Kristiansand. Of hij rijdt nog een paar dagen mee langs een aantal hoogtepunten. Zo is de Sognefjellweg (RV55) in handbereik. Deze weg is in 1997 als eerste tot Nationaal Toeristische Route bestempeld.
We hebben de R7 achter ons liggen en schuilen in Bergen bij een overdekt picknickbankje. Ik leg de kaart op tafel en probeer hem te overtuigen nog een paar dagen mee te rijden. Het is zonde nu om te draaien. Ook vind ik het erg gezellig om samen met hem Noorwegen te ontdekken. We liggen aardig op één lijn. Ik weet vanaf het begin dat Diederik niet de hele rit mee zou gaan rijden, maar die paar dagen extra kunnen er nog wel vanaf. Hij belt zijn vriendin op en vertelt haar dat ze nog even langer moet wachten.
Door de regen hebben we geen zin om Bergen te bekijken. We besluiten verder te rijden richting Aurland. Onderweg warmen we op in een klein koffiehuisje. We zijn moe, koud en doorweekt. Maar de koffie is erg lekker en maakt een hoop goed.
In Voss gaan we opzoek naar een regenbroek. We worden erg vriendelijk geholpen. Ik koop nog een paar dikke warme sokken en we gaan weer op pad. Met dit weer is het geen doen om te kamperen en we zoeken een hytte. Na vier campings bezocht te hebben is er eindelijk plek. ’s Avonds onderhouden we de motoren. Mijn motor heeft last van shimmy. Rond de 80 km/uur begint het stuur te zwabberen en te slaan als ik mijn handen van het stuur afhaal. Samen zetten we het balhoofd strakker vast en het probleem is nagenoeg verdwenen.
[Deel 1] Nederland > Puttgarden (DU) | [Deel 2] Puttgarden (DU) > Vestby (N) | [Deel 3] Vesty (N) > Ål (N) | [Deel 4] Ål (N) > Voss (N) | [Deel 5] Voss (N) > Lom (N) | [Deel 6] Lom (N) > Elda (N) | [Deel 7] Elda > Tjøtta