Na onze eerste nacht wildkamperen, worden Diederik en ik vroeg wakker van de kou. Je merkt al dat het ‘s nachts frisser begint te worden nu we al een stuk noordelijker zijn. Rustig pakken we onze spullen in. Diederik doet de afwas en wilt mijn pan droog wapperen, maar met de eerste zwiep breekt de demontabele plastic steel af en vliegt de pan de bosjes in. ‘Oeps!’. Snel zitten we op de motor om onze weg te vervolgen richting de rv7. Deze weg loopt van Oslo naar Bergen en kent vele gezichten.
In Noorwegen zijn de mooiste wegen tot ‘Nationale Toeristische Route’ benoemd. De rv7 is er één van. Voorafgaande aan de reis heb ik deze routes ingetekend op mijn kaart en nu staat het eerste hoogtepunt er aan te komen. De motorsite www.horizon-taal.nl heeft deze wegen op een rijtje gezet en samen met hun special over verborgen schatten in Noorwegen heeft dit de basis geboden voor mijn route van een aaneenschakeling van de meest indrukwekkende wegen die je als motorrijder gezien hebt. Ben je van plan naar Noorwegen te gaan, dan is die site écht een must!
Als we de aansluiting op de rv7 bereikt hebben, nemen we een duik in een meer. De natuur is hier erg schoon, dus een prima alternatief voor een douche. Je moet alleen wel genoegen nemen met een ietwat lage temperatuur en een paar bejaarden die vanuit de woonkamer van een bejaardenhuis het hele soppen mogen aanschouwen.
De rv7 begint erg groen. De heuvels zijn bergen geworden en we rijden over een heerlijk bochtige weg die de contouren van de meren volgt. De zon is wat meer gaan schijnen en even later zitten we op een terras met mooi uitzicht een lekkere hamburger te eten. Het Restaurant heeft een wild begroeid grasdak, wat je veel tegenkomt in Scandinavië. In Nederland vinden we dat geiten-wollen-sokken architectuur, maar hier misstaat het totaal niet.
Als we verder rijden zie ik opeens een informatiebord over een kraterinslag. Ik ben nu vijf dagen op reis en ben toe aan een pauze tussen al het motorrijden. Diederik is er ook wel aan toe om de benen te strekken en we besluiten op verkenning te gaan. De borden sturen ons via een gravelpad een berg op. Daar aangekomen moeten we een half uur wachten op een presentatie, waarna je vrij mag rondlopen langs wat routes. We hebben geen zin om te wachten en besluiten meteen opzoek te gaan naar de kuil.
Nu we door de natuur lopen in plaats van rijden, beginnen er steeds meer details op te vallen. Het aantal tinten groen en grijs is ongekend. Onderweg zie ik een enorm veld met mos groeien, wat lijkt op het materiaal dat we op mijn universiteit gebruiken voor begroeiing in onze maquettes en voor 7,50 euro in een klein zakje gekocht kan worden.
We lopen al een aardig tijdje, maar kunnen de put van de meteorietinslag maar niet vinden. Als we uitrusten op een rots begint het vermoeden te ontstaan dat die meteoriet misschien toch wat groter was dan we dachten. We zien een enorm gebied waar geen bomen groeien. De hoge smalle berg waar we zojuist overheen liepen ligt als een cirkel langs het gebied en lijkt op dezelfde rimpelvorm als wanneer je een steen in het water gooit en er cirkelvormige golfjes ontstaan. Misschien hadden we toch maar even die presentatie moeten afwachten…
We gaan weer opzoek naar een plekje om te wildkamperen, maar dat is soms nog best lastig. We vinden een grasveldje langs een rivier, maar het bevindt zich dichtbij wat huizen. Ik loop er naartoe en bel aan. Honden beginnen te blaffen. Overal liggen fietsen en kinderspeelgoed in de tuin, maar er wordt niet open gedaan. Als ik terug loop naar het veldje blaffen de honden nog steeds. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat er niemand thuis is en we besluiten maar verder te zoeken.
Wanneer we over de weg langs de huizen rijden zien we een man in de verte naar ons kijken en zwaaien. Als we naar hem toe rijden vertelt hij dat de mensen daar niet echt van toeristen houden, maar hij wist een erg goede plek een paar kilometer verderop. Het blijkt een verlaten camping te zijn aan het water. Er staan meerdere verwaarloosde hyttes, speelapparaten voor kinderen en nog wat voorzieningen (coördinaten).
Er zijn ons vandalen voor geweest die enkele ramen hebben ingegooid. We kunnen een receptiehokje binnenklimmen en als we willen zelfs op een echt bed slapen in één van de hyttes. Maar we besluiten toch maar ons eigen tentje op te zetten. Als we bij de rivier staan, valt het pas op hoe hard de stroming is. Het water buldert voorbij. Aan de oever liggen grote rotsen die een kleine baai vormen en voor wat rustiger water zorgen. We trekken onze zwembroek aan en liggen even later in onze eigen natuurlijke ‘jakuzi’ af te koelen.
[Deel 1] Nederland > Puttgarden (DU) | [Deel 2] Puttgarden (DU) > Vestby (N) | [Deel 3] Vesty (N) > Ål (N) | [Deel 4] Ål (N) > Voss (N) | [Deel 5] Voss (N) > Lom (N) | [Deel 6] Lom (N) > Elda (N) | [Deel 7] Elda > Tjøtta
Heerlijk om te lezen.
Blijven gaan mannen!
Mooie wereld daar mannen. Jullie verhaal werkt inspirerend.