Reisverslag: East Infection [deel 8] *SLOT*

Kaart

Nadat Pim en ik besloten hadden een dag op te splitsen, rij ik alleen verder  richting de grens met Oekraïne en geniet wat onwennig van mijn nieuwe vrijheid. Het grootste genot uit zich vooral in het overal kunnen stoppen om rustig foto’s te maken. Het gebeurt mij zo vaak genoeg dat ik na een uitgebreide fotosessie verder rij en één bocht verder een veel mooier shot ontdek. In groepsverband kan je natuurlijk niet meteen weer stoppen, waardoor ik vaak nog kilometers balend verder rij om het feit dat ik wellicht wel het mooiste vakantiekiekje heb gemist. Maar deze morgen is er iets anders aan de hand, want gek genoeg boeit het fotograferen mij even niet meer. Ik weet weinig rust te vinden in de laatste kilometers in Roemenië, aangezien de Grens met Oekraïne om de hoek is en toch wel mijn eerste echte serieuze grensovergang zal worden zoals je alleen in de grote avonturen films ziet.

De grensovergangen in de Balkan stelden tot nu toe weinig voor. Soms werden we een beetje meewarige aangekeken wat wij jonge twintigers in godsnaam in hun shithole te zoeken hadden en waarom wij niet liever op een strand in Spanje lagen te bakken. Maar eigenlijk werd die blik altijd direct gevolgd door de doffe klappen van de stempels in mijn paspoort en soms een goedkeurende duim. Maar als ik de grens met Oekraïne nader zie ik dat het toch andere koek is. Enkele grenswachters lopen met grote machinegeweren rond en hun enorme petten staan ver op het achterhoofd, waardoor het dak recht omhoog wijst naar de hemel en een enorm minachting uitdrukt. De blikken van de wachters staan op onweer en met veel bombarie leiden ze de doorgang in goede banen. Ik kijk wat bedeesd naar de hele situatie en probeer te begrijpen waar ik heen moet, wat voor stempels ik moet halen en in welk hok ik daarvoor moet zijn, als er plots een wachter op mij afloopt en kenbaar maakt dat ik met hem mee moet komen. Ik volg hem naar een klein hokje waar een enorme rij voor staat met voornamelijk truckers. De wachter sluist mij voorbij de hele rij een kantoortje in, waar druk gediscussieerd wordt. Ik zie een paspoort met flink wat hryvnias ertussen aan een ambtenaar gegeven worden, die direct het geld in eigen zak stopt en wat stempels plaatst. Mijn wachter praat wat en regelt een briefje met stempels en stuurt mij een ander hokje in voor weer andere stempels. Niet veel later zit ik weer op mijn motor en vervolg toch wat opgelucht van deze vlotte grensovergang mijn weg.

Reisverslag_balkan_deel8-1

Direct na de grens volgt een vijf rijstroken brede weg, waar ik rustig weer het gas opentrek. Maar nog geen paar minuten later staat daar een politieauto dwars op de weg geparkeerd en een agent met een stopbord in zijn hand. Hij begint direct heftig te schreeuwen in zijn moedertaal, maar ik snap er werkelijk niks van. De agent heeft weinig geduld en wijst naar zijn lasergun. Maar ik snap nog steeds niet wat ik heb fout gedaan. Ik had op deze vliegveldbaan toch amper de 80 aangetikt op mijn vol bepakte Transalp? De agent duwt zijn lasergun in mijn gezicht en terwijl ik mijn ogen op micro stand instel lees ik een schamele 84 af. Is hier al die bombarie om? “Fünfzig! Fünfzig!!”, roept de agent inmiddels op Duits overgestapt uit, “Setzen Sie sich im wagen!”. Een beetje verbouwereerd stap ik in de politieauto aan de bijrijders kant naast een dikke agent met een beduidend lagere bloeddruk. Nadat hij om mijn paspoort heeft gevraagd en deze heeft doorgebladerd, legt hij hem weg. Hij begint in hakkelend Duits te vertellen over zijn jongere jaren toen die nog in Duitsland werkte. Maar ik begin toch wat zenuwachtig te worden en wil dat die gewoon ter zake komt. Ik luister beleefd knikkend zijn verhaal aan tot de agent eindelijk weer tot de orde komt. Hij vraagt aan de drukte schoppende agent om de protocol papieren en vertelt dat mij een enorme boete te wachten staat en aangezien ik natuurlijk nog geen hryvnjas op zak heb, we dadelijk naar een bank zullen rijden om het boetegeld te pinnen. Maar eerst begint hij een lijst met mij door te nemen van alle verkeersovertredingen en de kosten ervan. Ik kijk mijn ogen uit als ik de bedragen zie en na snel omrekenen in mijn hoofd bedenk ik dat het een lachertje gaat worden en ik voor de 34 km/uur te hard zo’n €20 moet betalen. “Aj, das ist viel Geld!” zeg ik met een ernstig gezicht. Ik wacht rustig de afhandeling af, als het gesprek plots weer een nieuwe wending krijgt. De agent legt uit dat ze een paar uur eerder heel toevallig een andere Nederlander op een zelfde motor met bepakking aangehouden hebben. “Mein Freund Pim!”, roep ik opgewekt. De agenten vragen of we elkaar kwijt zijn geraakt. Maar het lukt in mijn gebrekkig Duits niet om de situatie duidelijk uit te leggen. De agent geeft mijn paspoort terug, opent mijn deur en zegt dat ik het beste via Chernivtsi, Ternopil en Lviv  verder kan rijden. Twijfelend kijk ik hem aan, maar hij wenkt dat ik uit mag stappen. Blijkbaar hoef ik niets te betalen en mag ik gewoon verder.

Reisverslag_balkan_deel8-11

Van de door de agent voorgeschotelde route trek ik mij natuurlijk niks aan. Ik volg mijn eigen pad wel en heb helemaal geen zin in drukke steden. Maar het bepalen van de route wordt alles behalve makkelijk gemaakt door het cyrillisch schrift. Ik stop langs de weg en pak mijn kaart. Direct staat er naast mij een naar bier ruikende voorbijganger mee te kijken en hij zoekt voor mij uit waar we precies zijn. We komen niet verder dan wat woorden als Hollandia en Cruijff en hij geeft mij een fles vruchtendrank uit zijn boodschappentas. Het eerste contact met de Oekraïense bevolking is in elk geval positief. Maar ik ben blij als die weer weg is en de alcohollucht uit mijn gezicht verdwenen is. Ik speur de kaart af naar plekken die toeristisch zouden kunnen zijn en waar ik een camping kan vinden. Zo bereik ik aan het eind van de middag eindelijk een luxueus uitziend vakantieoord met kleine bungalows, maar als ik na lange tijd zoeken eindelijk iemand gevonden heb van de camping, blijkt er geen plek te zijn voor mijn tentje. Inmiddels probeer ik Pim te bellen om te kijken waar hij uithangt, maar ik krijg hem niet te pakken. Er zit niks anders op dan door te rijden.

Maar een andere camping is er niet in de omgeving. Het begint inmiddels te schemeren als ik over een ontzettend slechte weg rij met aan weerszijde boerderijen. Ik kijk zoekend om mij heen naar een wildkampeer plekje, maar overal zie ik boerderijen die goed zicht hebben op de open landerijen. De tijd dringt en ik besluit bij een boer aan te bellen en te vragen of ik op zijn terrein mag slapen. Zo eindig ik die avond bij een paardenboer die na een eeuwig durend handgebaren gesprek eindelijk begrijpt wat ik wil. Als ik mijn tent aan het opzetten ben krijg ik niet veel later bezoek van enkele familieleden, die eieren, frisdrank en verse melk voor mee hebben gebracht. Het zijn aardige mensen, maar de taalbarrière maakt het moeilijk communiceren en dat is erg jammer. Alleen de dochter van de boer, een verlegen meisje van veertien, spreekt een paar woordjes Engels. Maar het bezoek duurt gelukkig niet lang, want ik ben doodop. Ik kruip mijn tent in en probeer in een sms Pim uit te leggen waar ik in Oekraïne uithang en wonderbaarlijk denkt die mij gevonden te hebben op zijn kaart in Cyrillisch schrift.

Reisverslag_balkan_deel8-2

De volgende morgen komen de boer en zijn dochter vragen of ik wil douchen en ontbijten. Ik zeg daar geen nee tegen en volg ze naar het huis. Aan het mooie landelijke interieur te zien boert deze familie wel goed. Ik word volgepropt door moeders des huizes en mag zelfs even achter de laptop om een mailtje te sturen. De gastvrijheid is bijna confronterend, want ik vraag mij af of ik dit zelf ook allemaal zou bieden aan een vreemdeling. Intussen heeft Pim mij gevonden en worden we door het hele gezin uitgezwaaid. Samen zetten we een route uit richting het westen en ontcijferen onderweg het schrift op de verkeersborden. Het is toch wel fijn samen te rijden in dit land, waar je door het schrift en de taal je soms wat verloren voelt.

Reisverslag_balkan_deel8-4

Diezelfde dag nog komen we een groep Oekraïners en een Wit Rus tegen die ook op motorreis zijn en we  raken aan de praat. Eigenlijk wilden we het Karpaten gebergte in, maar besluiten voor een dag de plannen van de lokale bevolking te volgen. De tocht zet voort richting het zuiden, bijna terug naar de grens van Roemenië, waar een oude zoutmijn getransformeerd tot zoutwater bad resort ons einddoel is. Onderweg verandert het stoffige open landschap in een bosrijk gebied met een goed geasfalteerde kronkelweg langs een kabbelende rivier. Zowaar komen we langs één van Europees geografische middelpunten, wat niet meer is dan een natuurstenen plaat met een regel tekst en wat kraampjes met honing en houten kookgerei.

Terwijl de zon in onze nek brandt, wordt het verkeer naar de mijn alsmaar drukker. We moeten wachten voor een politie checkpoint, waar iedereen zijn paspoort moet laten zien. Stiekem verlangen Pim en ik naar een rustig landweggetje, maar door al dit volk moet het blijkbaar wel een paradijs zijn en we wachten rustig af. Ons geduld wordt pas echt op de proef gesteld als we bij de ingang van het terrein komen, waar het een chaos is van ouders met hun losgelaten kinderen die te lang in een auto hebben gezeten en dronken macho’s met hun vriendinnen in werkelijk niets verhullende badkleding. Dit alles speelt zich af terwijl wij op onze volgeladen motoren een weg moeten vinden tussen parkerende auto’s over een krap grindweggetje. Als we geparkeerd hebben en even zijn bijgekomen, gaan we te voet verder eindelijk het paradijs zien.

Maar het stoffige en dorre toneel, dat bij de ingang begon, verandert niet. Alle ruimte is benut om vol te bouwen met krakkemikkige blokhutten, omringd met hoge schuttingen. De nationale disco held schalt uit de speakers en jonge vrouwen lopen zo goed als naakt onder de arm van dronken opgepompte spierbundels. Maar het hoogtepunt moet nog komen als we een bevuilt strand oplopen en we begroet worden door een vieze geur. We kijken uit over het ‘zoutwater paradijs’, een smerig meer dat zwart ziet van de mensen. Ik krijg er de slappe lach van, wat een shithole zijn we weer beland. Stiekem zijn we een beetje klaar met het haveloze Oost-Europa, maar nadat de flessen wodka op tafel verschijnen, wordt het toch nog een groot feest.

Met een vierkant hoofd staan we op, wat in combinatie met de brandende zon het inpakproces niet bepaald versnelt. We nemen snel afscheid van onze vrienden die nog wat langer blijven en springen zo snel mogelijk op onze Transalps voor wat verkoeling. Nog wat brak en dromerig rijden we de lange weg terug naar het noorden. Het samen rijden lukt vandaag wat minder en terwijl ik de kop rijder ben en mijn navigatie volg, komt op één of andere manier Pim voorop te rijden met een paar auto’s tussen ons in. Op een kruispunt waar we links moeten afslaan, slaat Pim rechtsaf. Ik volg de weg naar links en parkeer mijn motor in de berm, wachtende op Pim. In de verte zie ik een politieagent heftig in mijn richting zwaaien en op zijn fluitje blazen. Ik snap niet helemaal waarom, want ik sta veilig en in het zicht netjes in de berm geparkeerd. Het duurt alleen erg lang voor ik Pim in mijn spiegels zie en de agent zwaait dat ik naar hem toe moet komen.

Ik rij naar de agent, parkeer mijn motor en doe rustig mijn helm en handschoenen af. Maar de agent staat als een idioot naast mij te tieren. De enige woorden die ik versta zijn ‘Stop! Stop!’. Hij wijst naar een kantoortje waar we heen moeten. Ik loop een trapje op en kom in een klein kantoortje met meer agenten die achter beeldschermen een overzicht hebben van wat kruispunten. De agent wijst naar een scherm op een stopbord: ‘Stop! Stop!’. Terwijl het kruispunt volledig vrij en overzichtelijk was, had ik dat bord genegeerd en daarom staat die agent te briesen als een wilde stier. Ik moet een apart hokje ik moet gaan zitten. De agent loopt met zijn gummiknuppel zwaaiend rond in de kamer en steek een verhaal af wat ik met moeite begrijp. Nadat die duidelijk heeft gemaakt dat het wel een hele verschrikkelijke overtreding is die ik heb begaan, zegt ie dat die een speciale prijs wil maken en het dure protocol opzij wil schuiven. Hij schrijft een bedrag van 2000 hryvnias op een papiertje en legt nu uit dat hij mij matst. Maar ik weet wel beter en lees een boetebedrag van een maandsalaris van deze man. Ik heb niet meer dan 300 hryvnia opzak en twijfel wat ik moet doen. Ik vraag naar het protocol, maar de agent houd voet bij stuk en schuift het papiertje nog wat dichter naar mij toe. Ik pak mijn portemonnee en haal al mijn papiergeld eruit en leg het op tafel. De agent pakt het geld, stopt het in zijn zak en zegt “Ok, you go”. Nog wat geschrokken stap ik naar buiten, waar Pim verbaasd opkijkt: “Waar was je nou?”.

Ik ben boos, boos op de corrupte agent die een negatieve stempel drukt op de ervaring in zijn land. Door dit soort moment is het moeilijk niet te vergeten hoe aardig de mensen in dit land zijn. Maar door de vermoeidheid, onze brakke kop en het verlangen naar wat westerse omgeving besluiten we zo snel mogelijk door te rijden naar de grens met Slowakije. Daar wacht ons de laatste kwelling van dit land, als we met een hongerige maag aansluiten achter de file bij de grensovergang. Na een half uur lijkt er nog geen beweging te zijn en al snel hebben we contact met twee Duitsers die ook op weg naar huis zijn. We hangen met zijn vieren in het gras, eten beefjerky, wat de zwerfhonden nog laten liggen en spelen backgammon. Ook de Duitsers waren op hetzelfde kruispunt als ik ertussenuit geplukt en zagen ook hun geld in de broekzak van de agent verdwijnen. Na vijf uur wachten en iedere keer onze motor een klein stukje verplaatsten, krijgen we te horen dat wij motorrijders gewoon voorrang krijgen op alle auto’s en eigenlijk direct naar de controleposten hadden mogen rijden. Het is inmiddels donker als de Oekraïense grenswachters beginnen aan een uitgebreid onderzoek van onze bagage. Ik schaam mij kapot als een slecht gehumeurde wachter met zijn hand in een plastic tas begint te graaien, die vol zit met vieze onderbroeken.

Reisverslag_balkan_deel8-14

De verlossing is rond middernacht als we dan eindelijk in het pikkedonker Slowakije inrijden. We zoeken een pinautomaat en stoppen onze portemonnees weer vol met vertrouwde euro’s en rijden naar een hotel. De eigenaar leest de vermoeidheid af van onze gezichten en regelt pizza’s en bier. We genieten van een douche en bespreken op bed ons plan voor huiswaarts. Zo genieten we de laatste dagen van  de bossen en bergen in Slowakije en Tsjechië en rijden daarna naar huis, rijk aan de ervaring van een schitterend motoravontuur en rijk aan een beeld van de Balkan, waar ik nog steeds gefascineerd door ben. Een regio die zo dichtbij is en waar toch heel wat mensen huiverig voor zijn, terwijl de gastvrijheid van de mensen juist zo ongekend is.

Reisverslag_balkan_deel8-15

[Deel 1] Nederland > Slovenië  | [Deel 2] Slovenië > Kroatië | [Deel 3] Kroatië > Bosnië | [Deel 4] Bosnië > Servië | [Deel 5] Servië > Roemenië | [Deel 6] Roemenië | [Deel 7] Roemenië > Oekraïne | [Deel 8] Oekraïne > Nederland

4 thoughts on “Reisverslag: East Infection [deel 8] *SLOT*

  1. Bedankt Maurice! Gelukkig heb ik nog wel wat verhalen in verschiet. Komende maanden is het de beurt aan verslag van mijn reis naar de Noordkaap.

  2. Zeer mooi verslag al de delen bij elkaar 🙂
    Hoeveel tijd hebben jullie ervoor uitgetrokken?
    Komende zomer gaan wij een soort gelijke route rijden maar dan willen we een stuk Bulgarije meenemen en misschien nog wat in die hoek, druk aan het plannen! Wij willen er 17 dagen voor uit trekken.

  3. Bedankt Sander!

    Wij waren 21 dagen onderweg. Ik denk dat 17 wel erg krap wordt om bulgarije bij te doen. Wij rijden buiten de oersaaie en vervelende snelwegdagen eigenlijk altijd rond de 250 km per dag. Dan rij je dus de hele dag binnendoor, stopt nog een half uurtje voor een frisse duik, doe je rustig boodschappen en loop je nog wat rond om een foto te maken. Het is vakantie he.. Slaap je niet in een tent, maar een hotel en drink je ‘s avonds niet te veel, dan lukt het wel om meer kms af te leggen per dag. Maar de afgelopen 5 grote reizen lukte dat met moeite. Dus ik zou je de tip geven niet teveel willen zien, want dan zie je uiteindelijk veel minder. Maar de Balkan moet geen probleem zijn. Het is een groot gebied en elke dag is een avontuur. Of je nu in Servië bent of Bulgarije.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *