Nadat we onze eerste nacht in Servië in het wild hebben doorgebracht, stoppen we de volgende morgen in het eerste dorp dat wij tegenkomen bij een restaurant voor ontbijt. Als we binnenstappen, zien we een stilgevallen menigte van oude mannen aan tafels met dikke kleden en volle glazen bier onze kant op staren. We vragen of er eten is, maar ze begrijpen ons niet. Na met handgebaren verbeelden dat we een bord eten naar binnen willen werken, wordt er nee geschud. We gaan terug naar onze motoren, maar worden achtervolgd door enkele cafébezoekers. “Moto skup? Moto skup?”, roepen ze vragend als ze naast ons staan. We begrijpen ze niet, “No, we want breakfast. Eat. Food!”. De mannen praten druk in het Servisch, tot er één zwaaiend op ons afloopt, naar een kleine verroeste auto wijst en met zijn armen zwaait dat we hem moeten volgen. Pim en ik kijken elkaar aan en besluiten de man te volgen, die ons hopelijk naar een eettent zal leiden.
Maar de achtervolging leidt het dorp uit, weg van winkels en eetgelegenheden. Niet veel later rijden we een groot grasveld op aan een meer. We zien enkele motoren geparkeerd staan, een truck die grind aan het storten is en mannen die druk bezig zijn grote tenten op te bouwen. Twee stoere MC mannen met tatoeages en gehuld in leren gilet vol patches lopen verbaasd op ons af. Ze schudden enthousiast de hand en wenken ons direct mee te lopen naar de bartent. Ik wil mijn transalp op stuurslot zetten, maar ze roepen direct nee. “If someone touches your bike, we will…”, zegt één van hen en met zijn hand trekt die het universele teken voor ‘kop eraf’. Ik twijfel, maar laat toch de sleutels in het contact zitten en loop met ze mee.
In de tent worden we een tafel aangewezen waar een norse man zit, het is de grote baas van de MC. Niemand spreekt echt goed Engels en het communiceren in gebarentaal begint een beetje vermoeiend te worden met een inmiddels hard knorrende maag. Gelukkig wordt er een fles Sljivovica op tafel gezet en na een shot van deze pruimendrank verloopt het gesprek weer soepel. Dan schuift plots een Serviër aan van onze eigen leeftijd, die een aardig woordje Engels spreekt. Hij heet Srdjan en vertelt dat de plaatselijke motorclub een tweedaagse moto skup organiseert. Een meeting waar motorclubs uit heel Servië naar toe komen met live optredens van rockbands. Srdjan vraagt of we willen blijven en biedt, na het vertalen van de grote baas, een camper aan op het kampeerterrein. Hier hebben Pim en ik wel zin in en we zeggen volmondig ja.
Srdjan neemt ons het hele weekend onder zijn vleugels, aangezien hij één van de weinige is die Engels spreekt. Nu het festival nog opgebouwd wordt, wil hij ons eerst meenemen naar de mijn waar hij werkt bij het naburige plaatsje Lazarevac. We stappen in de auto en hoeven met de pruimendrank achter onze kiezen gelukkig niet zelf te rijden. Niet veel later staan we aan de rand van een gigantisch grote kuil vol indrukwekkende machines. Srdjan legt uit dat de mijn aan de ene kant veel werkt verschaft aan de omgeving, maar aan de andere kant worden veel mensen gedwongen hun jarenlange vertrouwde omgeving te verlaten om plaats te maken voor de steeds groter groeiende mijn.
Terug op het motorfestival begint de sfeer er goed in te komen. ’s Avonds wordt er hard gezopen. Dronken lui starten hun motor en jengelen hem de toerenbegrenzer in tot de machines kermend knallen. Een motor vliegt in brand. Snel gooit iedereen zijn bier erover en begint met zand op het vlammende motorblok te gooien. Wat overblijft is een hoopje ellende met een plas olie eronder en een oude man die op een witte plastic tuinstoel de rest van de avond sip naar zijn motor kijkt. Later op de avond rijdt hij op diezelfde motor gewoon naar huis.
Het is druk de volgende dag. De ene groep motorrijders na de andere komt op het feest aan. Allemaal krijgen ze een shot Sljivovica bij de poort. Inmiddels is ook de slager met de lunch gearriveerd. We kijken onze ogen uit als we even later een enorme stier op een spit boven hete kolen zien draaien. Iedereen krijgt een flinke portie van het best wel taaie vlees. De sfeer is gemoedelijk en iedereen is druk aan het praten met oude vrienden onder het genot van glazen bier. Dan klinkt plots de sirenes van een politie auto en iedereen stopt met praten en loopt naar zijn motor. Srdjan vertelt dat het tijd is voor een tourrit onder begeleiding van de locale politie. Hij springt bij mij achterop en we rijden in een gigantische groep door de omgeving, door kleine dorpjes en langs hordes zwaaiende mensen. Halverwege de rit stopt de politie. Iedereen stapt af en loopt snel naar een kraampje. Pim en ik lopen mee en kunnen het bijna niet geloven. Er worden halve liter flessen bier uitgedeeld en de politie drinkt zelf ook gezellig mee. Maar de stop is van korte duur en als vijf minuten later de sirenes weer klinken, at iedereen de rest van zijn fles en stapt weer op. De tocht gaat verder naar een enorme ranch waar iedereen een rondje op een paard of ezel mag rijden. Er wordt flink gelachen als de grote baas op een ezel springt en iedereen het beest enorm begint op te jutten. “Jalla, jalla!!”, klinkt het van alle kanten.
Terug op het motorfestival zijn er wedstrijden tussen motorclubs als touwtrekken, zo ver mogelijk banden werpen en zo snel mogelijk een six pack halve liters bier opdrinken. Bij de prijsuitreiking worden Pim en ik ook het podium opgeroepen en we krijgen een shirt van de club. We worden op handen en voeten gedragen. Zelfs de slager verwent ons met delicatessen als varkensstaart en schapenballen. Maar het echte feest moet nog beginnen. ’s Avonds zijn er optredens van rockbands en dansen twee schaars geklede dames op het podium. Een motorrijder in rolstoel wordt het podium op gedragen en krijgt een lapdance. Ik ga helemaal los en dans fanatiek op Servische folklore muziek met de vrouw van de grote MC baas. Ze tovert een flesje zelf gestoken drank uit haar handtas en ik neem flinke teugen. Ik ben ladderzat en strompel niet veel later naar de rand van het meer om alles uit te spugen. Daarna gaat het licht uit in mijn hoofd en weet ik niets meer.
De volgende morgen wordt ik wakker in de caravan. Met mijn kleren nog aan hang ik half op het bed. Ik voel mijn hoofd bonken als ik mijn ogen open in het felle licht. Het duurt een minuutje voor ik op kan staan, maar als ik bewust wordt van de ranzige geur in de caravan sta ik op en loop naar buiten. Twee mannen zingen lallend hetzelfde deuntje keer op keer, begeleid onder viool en accordeon. Ze hebben de hele nacht doorgefeest. De meeste motorrijders zijn al naar huis en we schuiven aan bij de mannen die het feest georganiseerd hebben voor het ontbijt. Met moeite gieten we een dikke zure yoghurt naar binnen en maken ons klaar voor vertrek. Maar eerst worden we nog overladen met zakken groenten en twee gebraden kippen. De gastvrijheid is ongekend. Als we onze bagage ophalen bij de ouders van een motorclublid, zijn zelfs onze natte tenten te drogen gehangen.
Na vele handen schudden, kunnen we eindelijk vertrekken. Amper beseffend hoe geweldig de ervaring van het festival was, rijden we brak en uitgeput richting Roemenië. Het Servische motorfestival was een ongekend hoogtepunt tijdens de reis. Een hoogtepunt die zoals vaker op motorvakantie erg onverwacht kwam en aan enorme toevalligheid hing.
[Deel 1] Nederland > Slovenië | [Deel 2] Slovenië > Kroatië | [Deel 3] Kroatië > Bosnië | [Deel 4] Bosnië > Servië | [Deel 5] Servië > Roemenië | [Deel 6] Roemenië | [Deel 7] Roemenië > Oekraïne | [Deel 8] Oekraïne > Nederland
Kan die caravan hier ruiken !
Mooi verhaal, is toch ook vaak best leuk om de lokale cultuur te proeven is t niet ?