Polderpunk_1

Onlangs luisterde ik op adventure rider radio naar een interview met Grant Johnson die met zijn vrouw Susan 11 jaar op wereldreis is geweest en oprichters zijn van Horizons Unlimited. Grant legde avontuur uit als ‘anything further than what you did yesterday’. Dit slaat op afstand, moeilijkere wegen of gekkere plekken waar je buiten je comfortzone bent. Voor avontuur hoef je volgens hem ook helemaal niet ver weg, het is te vinden in je achtertuin.

Dat laatste punt is nou juist iets waar ik mee worstel. Hoewel ik opgegroeid ben langs één van Nederlands mooiste dijkroutes, haal ik er steeds meer mijn schouders voor op. Ik heb mijn eigen motorplezier verziekt met ontelbare bochten in de Côte d’Azur, moeilijke onverharde paden in Albanië en de achterlijk indrukwekkende fjorden op de Lofoten eilanden. De dagelijkse ritjes over A4, A13 en A20 voelen als een isoleercel met de rotonde bij de Algeraweg en de snelle doordraaier bij Knooppunt Terbregseplein als lichtpuntje.

Ook binnen ons motorclubje hebben we dit jaar een dieptepunt bereikt. Werd er voorheen nog regelmatig een toertocht gemaakt van zo’n 120 km, is het nu een enkeltje snelweg naar de paalcamping om daar astmatisch op adem te komen van de stress van afstuderen, kantoorbanen, hypotheken, huwelijksaanzoeken en kinderen krijgen. Zelfs het pinksterweekend werd in 4 jaar tijd voor het eerst ‘vergeten’… De dertig is in het vizier en ons enige plezier is lauw laf bier.

Maar een aantal weken terug lukte het dan toch om weer high te worden van mijn motordrug. Het was een zondagmorgen dat ik eigenlijk hard moest werken aan mijn scriptie, maar ik eerst even wilde uitwaaien om mijn concentratie te pakken. De Can-am had sinds het paasweekend naar Frankrijk stilgestaan en het kostte 20 keer trappen voor er leven in kwam en ik de polders van de Krimpenerwaard onveilig kon maken.

Polderpunk_2

Zou de Can-am een eigen soundtrack krijgen, dan kies ik zonder twijfel voor Johnny b’good van de Sex Pistols. Het motortje loopt verschrikkelijk rauw. Tussen de 4000 en 5000 toeren rijdt die het prettigst, dat is het enige toeren gebied dat het frame niet resoneert als een wasmachine met kapotte lagers. Soms hangt de ketting te slap en klappert die pijnlijk tegen de metalen kettingrand aan, maar ik laat mijn ketting altijd wat aan de slappe kant, zodat er nog wat speling overblijft voor die full mental polderbrug jumps. Het is dan wel van groot belang op de voetsteunen te gaan staan om de achtervering te ontzien. De slappe veertjes werken volledig onsynchroon wat voor vrij komische taferelen zorgt bij het sportief scheuren door bochten. De motor wiebelt werkelijk alle kanten op, vaak honderd meter na de bocht nog. Bovendien is dit dertig jaar oude 250cc tweetakt apparaat bloedsnel. Tenminste, 80 km/uur op de Can-am staat gevoelsmatig gelijk aan 160 op mijn Transalp en de Can-am heeft een top van 130!!

Polderpunk_3

De ware anarchist kwam in mij op. Niet rechtsaf zoals altijd, maar dit keer naar links. Fuck Yeah! In mijn ooghoek schiet er een trekkerpad voorbij en met piepende achterband staat de Can-am stil. De koppeling is ingeknepen, maar de motor zakt niet eens meer in toeren. Ik heb nagenoeg geen ander verkeer gezien op deze vroege zondagmorgen. Kerkdeuren sluiten de ogen van lokale omwonenden. Ik vlieg het trekkerpad in dat eindigt bij een hekje. De smalle lichte Can-am manoeuvreert zich gemakkelijk verder en vanaf dat moment tilt de polder voor mij eindelijk weer haar rok omhoog en wordt polderpunk getrakteerd op polderporno.

2 thoughts on “Polderpunk op de Can-am

  1. Poëtisch… En wat een prachtzin: “(…)Kerkdeuren sluiten de ogen van locale omwonenden(…)”.
    😉

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *