Ik heb lang uitgekeken naar Iran. De verhalen die ik van andere reizigers heb gelezen zijn altijd positief en enthousiast. Dat terwijl mijn omgeving voor mijn reis altijd geschrokken reageerde als ze hoorde dat ik zo graag naar dit land wilde gaan. Het is zowat een cliché, de reiziger die vertelt dat ons beeld van dit land niet klopt en door de media compleet gefocust is op enkel politiek, kernwapens en een klein groepje Iraniërs die ‘Dood aan Amerika’ schreeuwt. Mijn verhaal is niet veel anders dan die van de meeste reizigers. In de drie weken dat ik in dit land ben geweest heb ik maar een glimp opgevangen van wat dit enorme land te bieden heeft. Maar één ding is zeker, ik ben nog nooit zo warm ontvangen door een bevolking als die van Iran.
Voor Armin en ik Iran binnen mogen rijden moeten we eerst Armenië uit, wat net zo fascinerend is als dat land inrijden. De dikke grensambtenaar die tafels door midden stempelt is nu een knappe strenge Russische dame die denkt dat ik een spion ben. Ik heb alle formulieren bij de juiste mensen laten ondertekenen en moet enkel nog een laatste controlepost voorbij voor ik de gehele procedure aan Iraanse kant mag beginnen. Ik sta bij het loket van een klein hok waar aan de muur een grote foto van Putin hangt die mij streng aankijkt. Ondertussen word ik net zo streng aangekeken door de knappe Russische dame die een half uur lang mijn paspoort met vergrootglas onderzoekt en het half uit elkaar trekt. Het helpt ook niet echt mee dat het zweet over mijn voorhoofd loopt door mijn warme motorpak en ik elke keer moet blozen als die bloedmooie dame mij strak aankijkt. Het is een sterk contrast met de grenszijde van Iran. De soldaten knikken vriendelijk en schudden onze handen. Bij het eerste loket wordt gevraagd naar mijn beroep, de namen van mijn ouders en waar ik in Iran naartoe ga. Het lijkt een streng vraaggesprek, maar het wordt afgesloten met een brede glimlach en “Welcome to Iran sir!”. Bij het volgende loket worden paspoortgegevens in de computer getypt, alleen is de ambtenaar niet gewend aan onze cijfers en letters. Er gaat een deur open en om de lange rij, die wij mochten voorpiepen, een beetje te ontzien worden wij gevraagd het loket in te komen en alles zelf in te vullen.
Het is inmiddels donker als we eindelijk Iran inrijden. Te moe om nog kilometers te maken stoppen we langs de weg en zetten onze tent op. We staan volledig in het zicht, maar hebben geen puf een betere plek te vinden. De volgende ochtend toeteren voorbijrijdende auto’s terwijl wij een eitje bakken. We stappen op de motor, maar stoppen niet veel later om een trui aan te trekken. Een auto stopt, er stapt een man uit die naar ons toe loopt met een gebaksdoos in zijn hand. Hij schudt onze hand, overhandigt de doos vol kleine gebakjes die eigenlijk voor zijn schoonmoeder is waar die naar toe ging en stapt weer snel in de auto want hij was al laat. Nog vol verbazing staan we naar al het lekkers te kijken als er politie naast ons stopt. Een hoge pief stapt uit, vraagt naar onze plannen en schudt ons de hand: “Welcome to Iran guys!”.
Het is flink wennen aan het krankzinnige verkeer. Er zijn nauwelijks stoplichten en als ze er zijn snappen we totaal niet wat alle knipperende gele lampen betekenen. Er wordt agressief ingehaald, ook als er tegemoetkomend verkeer is. Maar het lijkt de mensen weinig te doen, er wordt uitgeweken op de vluchtstrook en alles loopt soepel door. Als we de eerste grote stad Tabriz inrijden krijgt de chaos een hoogtepunt bij een grote rotonde. Ik rij met de stroom auto’s mee, die niet stopt voor het verkeer dat al op de rotonde is. Iedereen rijdt blind door, tot ze op centimeters afstand van elkaar vast lijken te staan om vervolgens toeterend weer los te breken en de eigen richting op te gaan. Terwijl ik schreeuwend in mijn helm het zweet uit mijn oksels voel druppelen en tussen alle auto’s zigzag verschijnt er rechts in mijn ooghoek een grote bus volgepakt met mensen. Alsof de chaos op de rotonde nog niet genoeg is manoeuvreert de buschauffeur zich naast mij, opent zijn raam en vraagt schreeuwend waar ik vandaan kom. “Neth.. aahh… NETHERLANDS!!”. Alle mensen in de bus kijken me aan alsof ze een alien zien. “Welcome to Iran!”, roept de buschauffeur en hij verdwijnt weer tussen alle auto’s.
We willen Iraanse simkaarten kopen en lopen een telefoonwinkel in. De man achter de balie spreekt slecht engels, maar toevallig studeert zijn zus in Amsterdam en is ze met een Nederlander getrouwd. Hij belt haar op via Skype en ze helpt ons geduldig en enthousiast alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Als we willen betalen, weigert de man vijf keer geld van ons aan te nemen. Het is onze eerste kennismaking met ‘Taarof’, een Iraanse beleefdheidsvorm waarbij je eerst een aantal keer weigert voor je iets aanneemt. Zelfs bij tankstations krijg ik regelmatig eerst te horen dat het gratis is en het is dus wel de bedoeling dat ik gewoon betaal (€0,30 de liter!). Alsof betalen nog niet ingewikkeld genoeg is, staan op de biljetten de waardes in Rial uitgedrukt, maar zijn de meeste prijzen in de winkels in Toman. Zo is een 50.000 Rial biljet 5.000 Toman waard en laat een verkoper vijf vingers zien als dat de gevraagde prijs is.
Het noorden van Iran is groen en bergachtig. Veel van de mensen die wij spreken komen uit de hoofdstad Teheran en zijn op vakantie. Je herkent ze het gemakkelijkst aan de hoofddoeken. De dames uit Teheran zijn een stuk minder conservatief, minder zelfs dan bijvoorbeeld de vrouwen in Oost-Turkije. De hoofddoeken hangen nog net ergens op het achterhoofd. Dat het eigenlijk niet de bedoeling is dat vrouwen zomaar met mannen praten is weinig van te merken. Als ik bij een tankstation sta te wachten tot Armin klaar is loopt er een oma op mij af. Ze begint tegen mij te praten in het Farsi. Ik kijk haar vragend aan. Haar dochter en kleindochters komen er bij en vertalen: “She says you are beautiful, she likes your eyes!”. De dames moeten hard lachen terwijl ze aanhoren hoe hun oma doorgaat mij te versieren. “Grandma sees you have no ring on your finger! She thinks you can marry ten women in Iran. You want to marry her?”. Dan komt opa toch even polshoogte nemen, een kleine oude man met net als ik blauwe ogen. Voor we vertrekken staat de moeder erop dat we de telefoonnummers van haar dochters krijgen en worden onze koffers gevuld met brood en fruit.
Het nadeel van samen reizen is dat je soms erg moet aanpassen aan elkaars rijstijl. Moest ik vaak stoppen tijdens onverharde ritten in Armenië om op Armin te wachten, kan ik op de kronkelende asfaltweg Armin niet bijhouden die vlot al het verkeer inhaalt. Ik blijf veel liever in de trein van auto’s meetuffen dan dat ik continu tot het uiterste geconcentreerd moet zijn tijdens risicovolle inhaalacties. Zo achtervolg ik Armin de hele middag, terwijl ik in mijn hoofd blijf hangen in geïrriteerde gedachtes. De dag eindigt in Masuleh, een dorp gebouwd op een helling, waarbij de daken terrassen vormen als publieke ruimte.
Bij het binnenrijden bewegen we ons stapvoets voort door een massa toeristen en rijden stijle wegen omhoog op zoek naar een hotel. Een man springt voor mijn motor, gooit een arm om mijn nek en maakt een selfie. Niet iets waar je op zit te wachten als je een zwaar bepakte motor in balans probeert te houden. De hotels zijn aardig aan de prijs, maar na een lange dag in het zadel zitten wil ik mij het liefst zo snel mogelijk neerlaten vallen op bed. Armin heeft een krapper budget en wil verder kijken. Het kost veel moeite mij in te houden als we nog een uur bezig zijn een goedkopere kamer te vinden en zwetend in ons motorpak lange trappen beklimmen. Gelukkig zorgen de vele vrouwen voor afleiding en kijken we onze ogen uit in de smalle winkelstraten vol specerijen en kunst.
Hoewel we van meerdere mensen krijgen te horen dat de Kaspische zee tegenvalt, willen we toch een kijkje nemen nu we er zo dichtbij zijn. Gek genoeg doen sommige stukken mij enorm aan Nederland denken en geniet ik enorm terwijl ik over een slingerend smal weggetje rij langs een plat en open groen landschap. We komen uit bij een strand, waar we onze tent op willen zetten, maar wachten tot het wat rustiger is. We trekken flink publiek en worden omsingeld door een grote groep jongens die voor ’t eerst een motor zien met meer dan 250cc, groter is hier niet toegestaan. We kijken wat bedenkelijk om ons heen als we twee enorme wanden van tentdoeken vanaf het strand de zee in zien gaan. Een jongen legt uit dat het strand uit drie kamers bestaat, aan de linkerkant mogen vrouwen zwemmen, het midden is voor families die al hun kleding aanhouden en rechts zwemmen de mannen. We duiken de zee in, maar het water rijkt niet verder dan tot onze knieën. We zwemmen verder de zee in tot we bij een touw komen die aan het einde van de wanden is vastgeknoopt en het einde markeert tot waar je mag zwemmen. Verder de zee in zou je namelijk langs de wanden kunnen kijken en een kilometer verderop wellicht een stipje zien wat een vrouw in burkini moet voorstellen. Twee Iraanse jongens delen onze frustratie en willen ook normaal kunnen zwemmen en duiken onder het touw door op zoek naar dieper water. We volgen ze tot er na twee minuten enkele badmeesters vanaf het strand paniekerig op hun fluitje blazen.
Na een nacht slapen op het strand vervolgen we onze weg langs de kust, die verder voornamelijk uit outlet winkels bestaat. Van het vlakke landschap duiken we de bergen weer in om in een ruk naar Teheran te rijden waar Armin een couchsurf adres heeft gevonden. De bergen zijn schitterend, maar het is weer ontzettend druk met toeristen op weg naar huis. Armin gaat weer voorop en zo slingeren we voorbij de eindeloze sliert auto’s. Als ik even vast zit achter een kleine auto zie ik door de achteruit een moeder en twee dochters uit hun dak gaan op de muziek. De auto slingert over de weg, hun armen gaan alle kanten op en er wordt zelfs geheadbangd. De jonge meid die achterin zit krijgt mij opeens in haar vizier. Ik doe snel een dansje op de motor en zo dansen we heel even samen. Ze legt haar hoofd in haar handen op de hoedenplank en blijft mij een tijdje volgen. Met haar vinger schrijft ze iets op de ruit, maar mijn Farsisch is niet al te best. Ik teken wat krullen in de lucht en haal mijn schouders op. Ze doet haar hoofddoek af en tekent een hartje op de achteruit. Ik kus mijn hand en blaas een zoen terug. We kijken elkaar nog even aan, maar voordat ik te misselijk word van de vlinders in mijn buik tik ik de motor een versnelling terug en vlieg de auto met brullende uitlaat voorbij.
Het is inmiddels donker als we bij ons couchsurf adres aankomen. We logeren bij twee zussen en krijgen de slaapkamer van hun moeder die op reis is door Iran. Hun vader is tijdens de grote oorlog met Irak omgekomen. Zeinab is bezig met haar PhD in internationale betrekkingen en Zakie is net afgestudeerd in geneeskunde, maar wil eigenlijk helemaal geen dokter worden. Nu werkt ze drie dagen in de week bij een plastische chirurg en injecteert ze botox. De rest van de tijd houdt ze bezig met tekenen en schilderen.
Er wonen meer dan 8 miljoen mensen in Teheran en dat merk je aan de enorme infrastructuur. Om in het centrum te komen pakken we eerst een taxi die ons naar het busstation brengt, we stappen twintig minuten later de bus uit bij de metro en moeten nog een keer overstappen op een andere lijn. Mannen en vrouwen zijn gescheiden in openbaar vervoer, al mogen getrouwde stellen wel samen in de mannen coupé.
Het krankzinnig drukke verkeer heeft de stad in een wurggreep en domineert bijna overal het straatbeeld. Bij de weg oversteken ben je verzekerd van een adrenaline kick, want zebrapaden met stoplichten kennen ze niet. We volgen Iraniers die doodleuk de weg oplopen terwijl auto’s, motoren en bussen voor en achter ons langs scheren.
Als we de eerste avond bij Zakie en Zeinab op de bank zitten klinkt buiten het harde gebrul van sportauto’s. Zeinab legt het fenomeen ‘dur dur’ uit: jonge mannen rijden stoer door de stad en vragen onderweg dames mee voor een ritje. Bij gebrek aan clubs worden zo de vrouwen versierd. Al zijn Zakie en Zeinab alles behalve onder de indruk van deze mannen.
Armin doet ook flink zijn best. Hij heeft via couchsurf afgesproken met Alale, een tapijtontwerpster die met ons mee de stad in gaat. Bij de ontmoeting kust Armin haar drie keer op de wangen midden op straat, iets waar je hier zo voor een dag de bak in kan gaan en een flinke boete moet betalen. Alale vertelt dat ze eens is opgepakt toen ze in het openbaar haar ex vriendje een knuffel gaf. Als je geen contract kan tonen dat je getrouwd bent heb je problemen. Alale haar ouders werden opgebeld om haar op te halen van het politiebureau en ze moest ondertekenen dat ze het niet meer zou doen.
Ze draagt een tuinbroek die haar kuiten in panty voor twee derde laat zien. Sinds Ahmedinejad niet meer aan de macht is kan dit. Daarvoor moest ze goed oppassen voor speciale politie die vrouwen controleert of ze wel gekleed zijn volgens de islamitische voorschriften. Sommige vrouwen zijn rebels en worden dan opgepakt. Na drie keer in de fout is het nog moeilijk een visum te krijgen en te reizen. Zo worden de rebelse dames in de toom gehouden.
Armin wil in Teheran blijven, maar ik heb een strakker reisschema. Ik verlang inmiddels ook wel weer om alleen te reizen, wat toch een stuk intenser is. We nemen afscheid en ik rij de snelweg op richting Isfahan. Ik rij de hele dag door de woestijn. Het is zo warm dat het rubber van mijn handvaten begint te smelten en ik zo nu en dan een bloedneus heb als ik al het stof uit mijn neus peuter en een opgezwollen bloedvat raak.
Ik wil eten bestellen in een wegrestaurant, maar niemand van de bediening spreekt engels. Een man loopt van zijn tafel vandaan, vertaalt mijn bestelling en betaalt mijn rekening. Hij heet Hamid en is met zijn gezin onderweg van een vakantie in het noorden naar hun huis in Isfahan. De meeste tijd van het jaar wonen ze in Koeweit. Daar heeft Hamid een fabriek waar tapijten machinaal gemaakt worden en oude Perzische tapijten gerepareerd en gewassen worden.
Hamid nodigt mij uit bij hem te logeren. Zo zit ik plots weer op de bank in een Iraanse huiskamer. Het is wel duidelijk dat de zaken goed lopen. Er hangen schitterende handgeweven tapijten aan de muur en ik mag mijn motorpak wassen in de jacuzzi. Er wordt bier en whiskey ingeschonken en niet veel later stappen Hamid en ik in zijn grote glimmende JEEP voor een potje dur dur door Isfahan. Met de ramen open en harde Koerdische dansmuziek op scheuren we door de stad.
De volgende dag ga ik met Soheil, de 14 jarige zoon, de stad in op de motor. Er hangt een goede sfeer in Isfehan, je ziet de mensen genieten van de stad. ‘Isfahan is de halve wereld’, zeggen de Iraniërs, om uit te drukken hoe mooi het er is. Zeker op het Naqsh-e Jahan plein, omringd met schitterende moskeeën en een bazaar, voel je de magie van de rijke Perzische cultuur.
Het is soms moeilijk de aandacht erbij te houden in deze stad. Overal lopen knappe dames die mij als blonde westerling maar al te interessant vinden. In de bazaar klinkt het “hey mister, hey sweatie!”, gevolgd door een hoop gegiechel. Vanuit de verte is er vaak al oogcontact die niet wordt losgelaten. Zelfs het bestellen van een hamburger gaat vooraf aan een staring contest met de mooie vrouw achter de kassa. Haar houding is die van een femme fatal. Zonder wat te zeggen grijpt ze mijn zonnebril die ingeklapt aan mijn shirt hangt, loopt naar een spiegel naast de hamburger bakplaat en zet hem op. Ze loopt weer terug, kijkt mij strak aan in de ogen en met een goedkeurende arrogante ‘hmm’ rijkt ze de zonnebril terug.
’s Avonds komt Hossein, een vriend van Hamid. Een Iraniër van 57 die al 10 jaar in Japan woont. Hossein is verteld dat er een Nederlandse gast aanwezig is en hij zegt daarvoor een passende verassing voor meegebracht te hebben. Uit zijn borstzak haalt hij een pakje sigaretten en toont mij een Afghaans gekruid sigaretje. Ondertussen heeft Fatemeh, Hamid’s vrouw, uitgebreid gekookt en gaan we traditioneel eten op het tapijt in de woonkamer. Blijkbaar is de hasj niet voldoende en heeft Hamid nog een jerrycan met zelfgestookte Iraanse wodka geregeld voor tijdens het diner.
Hossein tovert na het eten weer een hasj sigaret te voorschijn. Hij vertelt over zijn Japanse vrouw die een paar jaar terug op het nieuws hoorde dat er op een plein hasj dealers waren opgepakt. Ze wilde dit altijd nog eens proberen en overtuigde Hossein ervan naar het plein te gaan. Sindsdien blowen ze soms samen, vooral omdat het hun seksleven zo beïnvloed heeft. Sinds ze high tussen de lakens gedoken zijn zegt zijn vrouw voor het eerst in haar leven seks te begrijpen. Hij komt niet meer te snel klaar, het voorspel duurt uren en hij beweert dat ze soms de hele dag alleen maar vrijen.
Ik word moe wakker. Niet alleen omdat de avond zo gezellig was, maar ook omdat ik de vermoeidheid van het lange reizen goed begin te voelen. De hele familie is de deur uit in de middag. Ik heb het rijk voor mezelf en lig in de jacuzzi bij te komen. ’s Avonds wordt de verjaardag gevierd van Fatemeh en weten ze mij over te halen mee te dansen op Iraanse klassiekers.
Hoewel ik nog veel langer had mogen blijven, moet ik verder reizen om op tijd bij de grens met Pakistan te zijn. Ik rij op weg naar Garmeh. Het is een lange tocht over een rechte weg door de woestijn, wat genoeg ruimte geeft om in gedachtes te dwalen. Ik denk de hele dag aan de bijzondere logeerpartij in Isfahan. Het voelde echt alsof ik deel uitmaakte van de familie voor die paar dagen.
Garmeh is een bijzondere plek. Het is zoals ik mij het oude Perzië voorstelde, een lege woestijn met opeens palmbomen en lemen huisjes. Ik weet dat Martin, de Oostenrijkse motorreiziger die ik in Turkije had ontmoet, daar ook kan zijn. Als ik in de hostel een kamer boek staat hij opeens achter mij.
Het rijden in de woestijn is fantastisch, vooral als we het asfalt afgaan opzoek naar een plek om onze tent op te zetten. De eenzaamheid en de leegte geven je een eerbiedig gevoel voor dit genadeloze stuk natuur.
Ik baal dat ik door mijn Pakistan visum door moet blijven reizen. Op de route liggen nog mooie steden als Yazd en Bam, maar ik heb weinig tijd om ze te ontdekken. De drie weken die ik voor Iran heb, hadden er gemakkelijk zes kunnen zijn. Maar wellicht is het maar goed ook. Ik zou zo een Iraanse trouwen en misschien wel nooit meer verder gaan.
Ik heb met Martin afgesproken samen Pakistan door te reizen. Door de Taliban is het daar niet overal veilig en in escortes zullen we het land doorkruisen. We duiken nog een laatste keer de woestijn in, genietend van de vrijheid en slapen in de buitenlucht onder een schitterende sterrenhemel.
Fantastisch Peter, geweldig avontuur.
Iran staat ook op mijn ToDo lijst maar is door jou verhaal wel met stip gestegen.
Groet,
Nico
He Peter,
ik heb weer zitten genieten van je verhaal
en het filmpje.
Erg leuk!
Gr.mama.
Wat een verhaal weer :)! Veel plezier!!
Prachtig man, ben benieuwd naar je volgende verhaal! Laatste foto is echt prachtig!
Wooowww… Wat een verhaal weer! Supergaaf en het maakt mij ook zeker zeer benieuwd naar het land. Heerlijk geschreven Peet.
Enjoy. X!
mooi om weer wat te lezen en film
nog veilige en gezonde kilometers
Moi Peter,
Genieten (thuis) achter de PC om je reisverslag te mogen lezen.
GEWELDIG verhaal. Ga zo door en vooral met de begeleidende foto’s dat maakt het nog “tastbaarder”.
Jammer dat je “snel” door Iraan moest, maar gelukkig komen er nog 5 mooie maanden aan 🙂
Ik ben benieuwd naar je volgende verslag.
Groet, Gerard.
wow wat super weer je verhaal te lezen..
Het was weer genieten om je nieuwste verhaal te lezen! Ben erg benieuwd naar het volgende 🙂 Ga zo door!
Nice writing Peter 🙂
I laughed a lot with the story of woman and ur beautiful eyes hahaha
Im happy you had good days in Iran
Photos are so beautiful
We are happy to had a chance to host you.
Hope to see you here again, this time travelling around Iran 🙂
Bedankt voor het mooie verhaal, Probeer in Pakistan zo ver mogelijk naar het noorden door te rijden, echt fantastisch.
Wat een prachtig verhaal en mooie plaatjes weer. Schitterend. Nog steeds stik jaloers.
Hier vallen de blaadjes van de bomen, maken we ons klaar voor de pepernoten en is het buiten gelukkig 20 graden. Toch zou ik graag met je ruilen 😉 😉
Ride safe!
Wat een geweldig avontuur zeg. Mooie foto’s. Ikzelf woon nu in de Filipijnen en de vriendelijkheid van de bevolking naar buitenlanders toe is herkenbaar. Ook wij stonden erop te betalen voor een zak met een speciaal soort fruit van een berg vrouwtje maar zij wou echt geen geld accepteren hoe vaak we ook benadrukten.
Dit verhaal heeft me zeker enthousiast gemaakt over Iran. Om heel eerlijk te zijn had ik een dergelijk land nooit in overweging genomen, maar deze post brengt me toch op andere gedachtes.
Safe travels nog gewenst.
Geweldig , erg goed en leuk beschreven en zo beleef ik mijn eigen reis weer
Ha Peter,
een vraag: vertrek 1 april a.s. via Turkije, Georgië, Armenia naar Iran.
Turkije is qua verzekering gedekt, Iran regel je bij binnenkomst aan de grens maar niet duidelijk is of je dat in Georgië en Armenië ook aan de grens kan regelen. Volgens globetrottende vrienden niet.
Weet jij meer/heb je een advies.
Dank voor je antwoord.
Frederik
Ik rij niet altijd verzekerd rond. Georgië was ik het vergeten te regelen. Kan mij niet herinneren dat je dat bij de grens kon halen, maar ik lette er ook niet op. Armenië heb ik wel op de grens geregeld. Meer omdat mij dat werd aangesmeerd. Iran ben ik standaard verzekerd (univé).
Kijk even op horizonsunlimited.com, vind je misschien ook discussies over het wel of niet verzekeren in bepaalde landen. Als ik in een shithole ben en politie jaagt niet op onverzekerde buitenlanders dan neem ik meestal geen verzekering. Heb altijd reisverzekering voor hele wereld.
Hoi, ik ben door Zuid Amerika , Zuid en midden Afrika en van Nederland naar Maleisie gereden , nooir verzekerd geweest ????????????????????
Bon voyage
Dank voor je reactie Peter. Duidelijk. Dacht dat je het bij de grens Iran kon regelen maar ga even bij Univé kijken en op horizonsunlimitted.
Ok Eddie, kan een keuze zijn maar als ik het kan regelen doe ik dat liever
Merci.
Je kan een verzekering voor Iran ook bij de grens regelen, zat gewoon toevallig al in mijn pakket.
Toch volg ik Eddie wel. Zou mij verbazen als je in een gek land waar je amper met elkaar kan communiceren bij een aanrijding het met een verzekering weet op te lossen. Liever hou ik dat geld in mijn zak, want de tegenpartij zie ik eerder gewoon om geld vragen. Leg jij aan een grote Georgiër maar uit dat het zo niet werkt…
Je heb een punt Peter.
Groet.
Hoi Peter,
Goed verhaal, hoe heb je de uitnodiging voor Iran geregeld?
Rinus
Voor Iran heb ik de volgende documenten aangeleverd:
– visum aanvraag formulier
– uitnodiging (=autorisatie code http://www.iranianvisa.com)
– kopie paspoort+zorgverzekeringpas+reisverzekering
– werkgeversverklaring (zelf getypt en door HR laten printen en ondertekenen)
– brief met uitleg over mijn reis (zie voorbeeld in mijn blog ‘Papier perikelen’)
– 2 foto’s
De uitnodiging krijg je dus door je aanvraag in te vullen op http://www.iranianvisa.com. Wanneer je aanvraag goedgekeurd is in Teheran, sturen zij een code op naar de ambassade waar je de aanvraag persoonlijk zal gaat doen. Met die code uitgeprint ben je klaar. Ik had de code op 17/6/2015 aangevraagd en op 6/7/2015 per mail ontvangen.
Bij de ambassade was het rond die tijd ook nog eens erg druk. Ik had alles op 13/7/2015 ingeleverd en mij werd verteld dat ik mijn paspoort op 20/9/2015 mocht ophalen. Dat terwijl ik op 1/8/2015 zou vertrekken. Na vele uitleg en een lange staarwedstrijd met de dame achter de balie schoot gelukkig een Iraniër achter mij in de rij mij te hulp en legde alles in Farsi uit. Daarna kon ik mijn paspoort dag voor vertrek van mijn reis ophalen. Op tijd aanvragen scheelt dus wat stress.
Salam Peter,
Mooie verhalen men. inspirerend!!
Hoop je gauw te zien en dat je ervaring met ons wilt delen..
Hou je taai. Peter “ik weet alles beter”????
Peace