Ik weet niet wat het is, maar tussen mij en garagisten wil het vaak niet echt klikken. En ik heb echt mijn best gedaan in de afgelopen jaren. Zo heb ik al aardig wat zaken gezien in de Randstad en omgeving, maar dat eindigt zelden in slingers en ballonnen. Het toppunt was vijf jaar geleden, toen ik op mijn eerste motor, een Suzuki GS500, op weg was naar een motorzaak in Den Haag voor een bandenwissel. Ik reed nog maar net motor en stond op het punt mijn eerste reis alleen te maken naar één van mijn meest geliefde streken in Europa, de Côte d’Azur. Maar daar stak de garagist bijna een stokje voor, door na de bandenwissel de moer op de achteras te vergeten aan te draaien. Toen er op de A13 een auto zich in mijn snelheid vergiste en zich voor mij gooide op de linkerbaan, kneep ik mijn voorrem in en pakte de achterrem er bij. Wat volgde was een achterwiel dat als een gek begon te dansen. En dan geen wals, maar gewoon Paul Elstak en een pilletje achter de kiezen. Het vertrouwen in garagisten werd dusdanig geschaad, dat ik direct een werkplaatshandboek en ratelset kocht. De zelf sleutelaar in mij was geboren.
Jaren later en geen klus gaat boven mijn pet. Sleutelen is voor mij ultieme ontspanning. Gedachtes staan op nul en volledig geconcentreerd ratel ik de boutjes uit mijn motor en poets en smeer met grote liefde de onderdelen. Maar soms ontkom je er niet aan dat je een hulplijn moet inschakelen en toch naar de garage moet. Zo reed ik de middag voor ik aan mijn Noordkaap reis begon en de tank nog even wilde volgooien in een spijker. Gestrand in het dorp van mijn ouders ging ik opzoek naar de dichts bijzijnde motorzaak en ontdekte Dirk Alblas, een Ducati specialist. Na een belletje parkeerde er een grote bus naast mij in de berm en een grijze man met een dunne snor stapte uit. Met zijn nette manier van praten had hij het overkomen van een echte heer uit de jaren ’50. We laadden de motor in en een dag later kan ik na de rekening contant betaald te hebben -want pinnen is veel te modern- alsnog vertrekken. Sindsdien kom ik graag bij hem terug en elke keer weer komen de mooiste verhalen naar boven.
Dirk heeft nogal wat ervaring in de racerij. Zijn kantoortje hangt vol met foto’s van kneedownende scheurmaniakken en in zijn werkplaats staan stellages vol met onderdelen voor racemotoren. Dirk heeft eens een blok uit de kast gehaald om alle extra olie kanalen aan mij te laten zien die hij geboord heeft om de nokkenas extra te koelen. Ja, het is een man van snelheid en een grote liefde voor Italiaans karakter, dat vandaag tijdens een bandenwissel verder bleek te rijken dan enkel motoren. Hij vraagt enthousiast waar mijn reis naar toe gaat en als hij Toscane hoort vallen vliegen de reisadviezen mij om de oren. Mijn Heidenau K60 die op de bandenmachine vastgeklemd zit is plots de plattegrond van Italië en ik volg aandacht zijn vinger die de route van Florence naar Siena tekent en de plek aanwijst van een burcht waar Karel de Vijfde ooit vertoefde. Ik moet daar naartoe volgens Dirk. Hij gaat verder over de niet kloppende verhoudingen van Michelangelo’s marmeren David. Nee, het koperen vissersjongetje van Vincenzo Gemito is veel indrukwekkender. In alle enthousiasme monteert hij de band verkeerd om en begint te vloeken. Maar het maakt mij allemaal niet uit en moet alleen maar lachen. De liefde voor motoren spat van hem af. Het is zijn werk niet, maar zijn passie. Eindelijk een garagist naar mijn hart.