Van Maasland naar Nepal – Georgië en Azerbeidzjan

Dag 15 – 16-03-2014

Deze dag is er vrij weinig gebeurd. De Georgische biertjes waren misschien wel iets te lekker gisterenavond. Na lang op bed gelegen te hebben, een douche genomen te hebben en rustig opgestart te zijn, zijn we nog even de stad ingegaan om wat te eten. We vonden een plaatselijk restaurantje in een soort van traditionele sfeer. Zoals ons al eerder was overkomen, werd na het bestellen van menig onbekends de tafel volgezet met een avondmaal voor een compleet gezin. Het was heus heel goed te eten maar voor onze magen veel te veel.

welkom in georgie

Dag 16 – 17-03-2014

’s Ochtends waren we er na een goede nachtrust bijtijds uit om ons weer klaar te maken voor enige kilometers op de motoren. De hosteleigenaar was een Iranees die ons nog wat goede tips voor Iran had meegegeven. Op het einde van de ochtend zijn we weer gaan rijden, op weg naar Gori om het museum over Stalin te bezoeken. Na even rondrijden in de stad vonden we een groot gebouw midden op een plein. Nergens een bord dat ook maar iets van een museum aanwees, maar het was het wel. Het museum toont wat over Stalins opkomst, projecten die hij uitgevoerd en gefinancierd heeft, percentjes die hij gekregen heeft en hoe hij op het einde van de tweede wereldoorlog het Duitse rijk terugdrong. De andere wat minder zonnige kant van het verhaal is hier ver te zoeken.

hostel eigenaar in Tbilisi

Na het bezichtigen van de zalen werden we nog even met een noodgang langs zijn geboortehuis en treinwagon gestuurd en was de bezichtiging voorbij. Na wat gegeten te hebben in de stad vorderde het middaguur en besloten we een slaapplek te gaan zoeken. Na het hostel in Tbilisi waren we weer toe aan een kampeernachtje en dat hebben we gekregen. Na iets buiten de stad te zijn gereden volgden we een smal weggetje omhoog de bergen in. Het was een tijdje aan het regenen maar tot zo ver ging het weer nog wel. Toen de asfaltweg stopte ging er een onverharde weg verder die wij wel even dachten te trotseren met de Honda’s. Het enige probleem was dat de regen het pad opnieuw had veranderd in een grote modderglijbaan die er voor zorgde dat we snel weer konden omkeren. Na nog een uur getobd te hebben om ergens anders door het berglandschap een mooie plek te vinden (werkelijk alles was glibberig geworden door de regen) hebben we een redelijke plek gevonden. Het enige nadeel was dat de regen onderhand was veranderd in natte sneeuw met een opstekende wind en met zicht dat was verkort tot enige meters voor ons. Het zou nog wel even licht blijven en dus besloten we een zeiltje te spannen om te schuilen en te hopen op enige opklaringen. Na een lekker uurtje vernikkelen was er nog geen opklaring op komst en besloten we de tent toch maar alvast op te gaan zetten. Het was eerder nog niet zo tobben geweest om de tent op te zetten. Gevoel uit de vingers, harde wind en toch proberen om de spullen zo droog mogelijk te houden. Maar even later stond de tent en lagen we vroeg en warm in de slaapzak. De nacht was onstuimig, de tent ging alle kanten op en beide dachten we vaak genoeg: zouden de motoren overeind blijven staan?

kamperen bij kou georgie

Dag 17 – 18-03-2014

Toen we wakker werden rond een uur of zeven was het weer kalm en rustig en een mooie start voor een nieuwe dag, niet wetend hoe snel je in het mini tentje de switch moest maken van je slaapzak naar je volle bepakking aan kleding, want het was nog steeds niet al te warm. Spullen weer ingepakt en weer verder op weg gegaan. Enige meters modder waar we gisteren grote moeite mee hadden waren nu bevroren waardoor het maar enkele seconden werk was. We zetten voort richting het oosten om hier wat vergaande glorie uit het Sovjet-tijdperk te kunnen zien. Vele resten van leegstaande megafabrieken, huizen, betonnen bouwwerken, pompstations, reuzenrad, standbeelden enz. Het land zit er nog vol mee. Een treurig beeld al die gebouwen die meer vervallen en leegstaand zijn dan bewoond en gebruikt, maar ook wel fascinerend en bizar om te zien. Deze dag ook nog wat mooie onverharde wegen gereden, waar het land ook vol mee zit. De weg naar vele dorpjes is niet meer dan een grondweg met stenen, keien en heel, heel veel kuilen. Oude sovjet trucks, Lada’s, paard en wagen en onze Honda’s zijn de voertuigen die je hier ziet. Op de grote wegen zie je ook wel meer moderne auto’s, maar dan hebben de meeste hun bumper wel al verloren. Rond een uur of vier bereikten we sneller dan verwacht het stadje Zugdidi waar we een hotelletje hebben gezocht, om hier even een goede nachtrust te genieten voor we de volgende dag het Kaukasus gebergte in zouden trekken.

nog meer oud sovjet georgie

verlaten fabrieken georgie

Dag 18 – 19-03-2014

Toen we wakker werden was het zwaar bewolkt, maar de bewolking zou nog niet veel later wegtrekken om ons van een heerlijk zonnetje te voorzien. Niet al te laat zijn we op de motoren gestapt om het Kaukasus gebergte in te trekken. Maar toen we op de kaart keken waar we exact waren, bleken we zeer dicht (op een paar minuten rijden) van de grens met Abkazia te zitten. Dit blijkt een vrijgevochten stuk grondgebied te zijn dat zichzelf als eigen land ziet, maar internationaal hier niet als erkend wordt. In alle nieuwsgierigheid zijn we de weg opgereden tot het eerste checkpoint van de vier die je moet passeren eer je in Abkazia bent. Voor het checkpoint maar weer omgedraaid en de weg richting Mestia gevolgd.

Loslopende koeien zijn het straatbeeld van Georgië: ze lopen overal los, over wegen, in dorpen en in tuinen. Even remmen, rustig passeren en je kan weer verder. Dit hadden we onderhand al vele malen mee gemaakt hier tot zo ver. Een horde koeien duikt voor ons op midden op de weg. We remmen, Jelle passeert eerst en Jeroen volgt. Net als ik naast de laatste twee rijd, krijgen de koeien op een of andere manier een klein conflict met elkaar en geven ze elkaar een flinke kopstoot. De koe die het dichts aan mij zijde was, verliest en stoot een flink stuk naar achteren. Uiteraard kwam ze recht in de linker voorkant van mijn motor terecht met als gevolg dat ik de berm inschiet en onderuit glijd. Het viel allemaal wel mee, ik denk dat de koe er het meeste last van had. De CB400N is met een hamer en waterpomptang weer recht te krijgen en we konden weer verder.

begin kaukasus gebergte

Al gauw reden we de muur van bergen die voor ons opdoemden in. Er was hier beduidend minder tot bijna geen verkeer meer op de weg en de weg is her en der bezaaid met grote stenen en keien die van de rotswand af komen. Dit gebeurt zo veel dat we op de rit meerdere malen partijen naar beneden hebben zien komen die de weg oprollen. Toen we verder de Kaukasus in reden bevonden we ons al snel in een besneeuwd landschap. Overdag dooit de sneeuw, maar de nachten zijn nog ver onder het vriespunt met geregeld sneeuwbuien. De weg hier is oppassen, maar geweldig om te rijden. Op vele stukken is het wegdek zeer beroerd met stukken rots van de bergwand en sneeuwresten van de vorige sneeuwbui. De weg was zo een 140 kilometer lang en komt soms door enkele dorpjes die niet meer voorstellen dan een paar huizen die op een hand te tellen vallen.

onderweg naar mestia kaukasus gebergte

Na de hele dag door een prachtig landschap van bergen, sneeuw, watervallen en nog veel meer gereden te hebben betraden we het dorpje Mestia. Hier konden we eindelijk weer tanken en hebben we een hostel opgezocht. Een hostel waar we als enige verbleven, geen warm water was en geregeld de stroom uitviel. Maar we lagen ‘warm’ en droog! In het begin van de avond hebben we heerlijk gegeten in een restaurantje, waar overigens ook geen verwarming aanwezig was, brrrrrr. In het dorpje was verder niet veel, zeg maar helemaal niks te beleven en we zijn dus op tijd naar bed gegaan. Het schijnt dat voorbij Mestia de verharde weg ophoudt en we onverhard verder  moeten als we de route willen volgen. Het is alleen maar de vraag of de weg die over de bergpas gaat berijdbaar is voor de motoren. Vele zeggen namelijk dat hij dichtgesneeuwd is of alleen toegankelijk is voor een goede 4×4. We gaan het zien!

Dag 19 – 20-03-2014

Een dag die tot nu toe in het geheugen gegrift staat als ‘de langste rit’. Toen we ’s ochtends het dorpje ingingen om ontbijt te kopen was het nog volledig uitgestorven. De dag ervoor was er flink wat sneeuw gesmolten onder de zon. Na de koude nacht was alles veranderd in een grote ijsbaan. Het weer was ook omgeslagen naar een dicht en zwaar wolkendek. Na wat zoeken hadden we een mini winkeltje gevonden waar we een oud brood en wat worst en water hebben gekocht als ontbijt. Hierna begonnen we ons klaar te maken voor de rit die ons dieper in het Kaukasus gebergte moest leiden. Nu begon onderhand ook het dorpje weer iets meer te leven, wat iets meer het gevoel gaf nog ergens te zijn tussen de mensheid. Hier is namelijk niks, maar dan ook echt niks en de dichtst bijzijnde stad is een paar uur rijden over zwaar beroerde wegen door de bergen.

Het was even zoeken naar de juiste weg (zeg maar pad) in de goede richting. Na een paar keer vragen naar de weg zagen we ook steeds meer in dat de weg die we voor ogen hadden misschien een beetje te veel van het goede was. Zwaar besneeuwde paden met zeer steile hellingen waar meer ijs dan sneeuw zou zijn en verder op de route afgesloten stukken wegens vele lawines die zich nu voordoen met het naderend voorjaar. Maar tot het plaatsje Ushguli zou misschien mogelijk zijn, tenminste sommige terreinwagens weten het tot daar te brengen. Na nog geen 100 meter uit het dorp gereden te zijn veranderde het pad inderdaad in een besneeuwde weg. Sommige stukken sneeuw, sommige stukken ijs, soms grind of kraters of soms van alles wat.

Langzaam werden we wat bekwamer in het rijden over deze bizar gladde en oneffen paden. Wanneer omstaanders ons zagen rijden keken ze alsof ze water zagen branden. Langzaam rolden (of beter gleden) de meters onder de bandjes weg. Uiteraard niet zonder val- en glijpartijen, maar wat wil je anders op dit terrein. Het was eigenlijk meer spelen met de motoren en je had nog geen 100 meter nodig om doordrenkt van het zweet te zijn. De moeilijkste stukken waren eigenlijk daar waar veel spoorvorming door auto’s en trucks was gevormd. Met een hoop plezier kropen we vooruit. Op een moment kwamen we zelfs nog bij een helling waar een auto niet omhoog kwam en onze lichte motortjes zich dan nog net een weg omhoog wisten te banen.

Niet veel verder kwamen we een lokale boer tegen die ons aansprak. In half gebrekkig Engels / Duits vroeg hij: “Jullie zijn zeker op weg naar Ushguli?” We waren de vorige Y-splitsing de verkeerde kant opgegaan. Maar hij zij dat we niet ver meer zouden komen, het zou steiler en gladder worden. Voor we om konden draaien bood hij ons te eten aan. Nou dat slaan we niet af! We kregen een heerlijke warme, ja hoe moet je het noemen… soort van kaas, ei pizza, pannenkoek, rond brood of iets dergelijks. Heerlijk was het. We hebben een tijdje daar buiten met de man rond te motoren gestaan en wat woorden proberen te wisselen. We hebben hem een foto, een goede handdruk en een van onze klompjes gegeven, waar hij zeer geëerd mee was. We waren weer ver weg van alles en overdonderd van de gastvrijheid van deze man.

We zijn omgekeerd en hebben toch nog even stug een poging gedaan om de juiste weg richting Ushguli te volgen. Maar de boer had gelijk, vergeet het maar in dit jaargetij. Helaas konden we niet dieper de Kaukasus in en de echte steile paden met duizelingwekkende afgronden bezoeken, hiervoor zal je toch echt wat verder in de lente moeten zijn. We zijn omgedraaid en zijn al glibberend en glijdend terug gereden naar Mestia. Het was rond half een en we hadden onze bestemming dan wel niet bereikt, maar het was een heerlijke ochtend ploeteren en spelen in de sneeuw met de motoren geweest!

In Mestia hebben we weer even getankt om koers te zetten richting Sugdidi, dezelfde rit die we gisteren gemaakt hadden maar dan omgekeerd. We waren nog geen meter onderweg en het begon al te sneeuwen. Enkele vlokken werden al snel een flinke natte sneeuwbui. Het uitzicht van gisteren was omgeslagen in een zeer beroerd zicht. De overige berghellingen waren verdwenen en het vizier zat binnen de 50 meter vol met sneeuw. De wegen zijn hier al niet te best, naar Hollandse begrippen dramatisch, maar nu met slecht zicht was het echt opletten.

De natte sneeuw doorweekte ons binnen de kortste keren en het gevoel in de handen en voeten was dan ook snel verdwenen en dit al met het vooruitzicht dat we nog 120 km te gaan hadden over deze weg door de bergen. Niet veel vaker was het rijden zo zwaar geweest, de kou sneed overal doorheen en met de grootste moeite was de weg duidelijk te overzien. Het geluk was dat de sneeuw niet bleef liggen en het wegdek niet besneeuwd raakte. Na zo’n 60 kilometer gereden te hebben kwamen we langzamerhand iets lager, waar de sneeuw veranderde in regen. Iets beter voor het zicht, maar het werd er niet warmer op.

Toen we nog een 70 kilometer in het vooruitzicht hadden zijn we even in een heel maar dan ook heel klein dorpje gestopt om even bij te komen en wat te drinken in een mini winkeltje. ‘Opgewarmd’ zijn we weer op pad gegaan, om na twee kilometer het idee te hebben nooit gestopt te zijn. Het enige voordeel tegenover gisteren was dat verderop de rit de sneeuw die gisteren op de weg lag, allemaal gesmolten was en het dus niet zo verraderlijk glad meer was. Na vele moeizame kilometers reden we langzaam het Kaukasus gebergte uit en bereikten we het lage vlakke deel. Hier was het droog en het leek wel of het minimaal 20 graden Celsius was (denk in werkelijkheid nog geen 10, maar voor het gevoel).

Niet ver hiervandaan bereikten we Sugdidi waar we ons eerder bezochte hotel opzochten om hier op te warmen en bij te komen. Wat is het op zo’n moment lekker om je koude motorkleding uit te doen en een warme douche te kunnen nemen! Maar ja je weet het van te voren: als we dit wouden, konden we beter een resort op de Bahama’s boeken in plaats van te gaan motorrijden hier. Hoort erbij denken we dan maar.

Die avond zijn we opzoek gegaan naar een tentje om wat te eten. We kwamen terecht in een klein zaakje, een soort restaurant-cafétje. De menukaart was volledig in het Georgisch geschreven. Ja wat te bestellen? Aan de barvrouw geprobeerd duidelijk te maken dat ze maar wat moest uitzoeken voor ons, waarna we zijn gaan zitten aan een tafeltje. Het café was leeg op twee jongens na die in de hoek zaten. Het was overduidelijk dat ze al menig liter wodka naar binnen hadden gewerkt. Het duurde niet lang of we werden aangesproken door de jongens en kregen we een fles Georgische wijn voorgeschoteld. Zoals de meeste mensen hier in Georgië, kom je alleen overweg met Georgisch of Russisch. Maar gelukkig sprak de dame achter de bar nog wat woorden Engels en kwam ze erbij om het diepgaande gesprek te vertalen. Het bleek dat het nogal een uitzondering was voor hun dat er toeristen in dit afgelegen stadje te vinden waren. Na enige dranken zijn we het kroegje uit gegaan om te gaan slapen.

Dag 20 – 21-03-2014

Toen we ’s ochtends wakker werden en naar buiten keken was het weer raak: het regende pijpenstelen. Na een ontbijt toch maar weer het regenpak aangetrokken en op de motoren gestapt om voort te zetten richting de grens van Azerbeidzjan. Het plan was om terug te rijden naar Tbilisi om de volgende dag bijtijds de grens te kunnen passeren. Eenmaal op de motor hadden we het grote geluk dat na enige kilometers de regen ophield en we het droog konden houden voor de rest van de dag. Het was zelfs zo dat de temperatuur in Tbilisi velen malen hoger was dan waar we die ochtend vertrokken.

In Tbilisi hebben we hetzelfde hostel als de vorige keer opgezocht voor de overnachting. Dit hostel genaamd het ‘Honey Hostel’ wordt gerund door James: een zeer vriendelijk Iranees die ons al met meerdere dingen geholpen had. Nu waren de handschoenen van Jelle gescheurd en na een wanhopige poging in de stad om nieuwe te vinden, hebben we aan James gevraagd of we deze ergens konden krijgen. Hij had geen idee en belde een vriend van hem die naar ons toe kwam. Het blijkt zeer moeilijk te zijn om in Georgië motorhandschoenen te kopen. Er rijden al weinig motoren en als ze dan rijden, dan zonden handschoenen. Maar de vriend van James nam een kijkje op een Georgische versie van marktplaats waar zowaar een paar handschoenen te koop werden aangebonden in de stad. Het enige probleem: het was zo een acht kilometer kriskras door de stad rijden. Maar zoals vele mensen hier is de gastvrijheid en behulpzaamheid enorm, dus sprongen we in zijn oude 4×4 jeep en doken we de drukke avondspits van de stad in. Kriskras door vele kleine straatjes, wij geen idee waar we ons ergens bevonden in de stad, reden we naar de handschoenen toe. Een prima set handschoenen op de kop getikt voor niet te veel en een prachtige rit door de stad rijker.

’s Avonds was het plan om even wat te gaan eten in de stad en de dag af te sluiten met een pilsje, maar rustig aan want we wouden de volgende dag bijtijds weer op pad. Toen we door een straat liepen, hoorden we ineens een enorm kabaal. Kwam er even een metalen dakplaat van 10 meter hoog naar beneden gewaaid. Gelukkig belandde de metalen dakplaat uiteindelijk precies op een plek waar niks was, en dat in een straat die vol met auto’s, mensen en kraampjes staat.

Na niet te lang zoeken vonden we een restaurantje niet ver van het hostel. We namen plaats en genoten van het heerlijke Georgische avondmaal. Net toen we klaar waren werden we aangesproken door een jongen die een tafel verder met wat collega’s aan het eten was. We werden gevraagd om de avond met hun aan tafel door te brengen. Uiteraard gelijk aangeschoven bij het gezelschap en de avond voortgezet. Nu werden we ingewijd met het volgende Georgische tafereel: men drinkt hier een typisch Georgische wodka genaamd ‘Chacha’ (als ik het goed spel). Aan tafel is er een hoofd die de ‘Kamatar’ wordt genoemd. Deze Kamatar kan een toost uitbrengen, waarna er door de hele tafel de glazen Chacha getoost worden en worden achterovergeslagen. Geloof me, het is heerlijk spul die Chacha, maar de Kamatar houdt van toosten. Niet één toost, geen twee, nee er volgden ontelbare toosten. De Chacha wordt hier aangeleverd in kannen, een soort van karaf die wij voor de wijn kennen en hier zijn er velen van versleten die avond. Dit gezamenlijk met een heerlijke limonade gemaakt van gras om de smaak te neutraliseren viel het oorspronkelijke plan om bijtijds en ‘nuchter’ naar bed te gaan volledig in duigen. Maakt uiteraard niet uit, want het was echt een topavond met de Georgiërs en hun toost gewoontes. Alweer waren we verbijsterd van hun gastvrijheid. In Nederland moet ik de eerste nog tegenkomen die aan een stel toeristen vraagt of ze met hun de avond door willen brengen aan tafel. Maar puntje bij paaltje uiteraard met veel te veel van die Chacha naar bed gegaan.

De volgende ochtend een poging gedaan om redelijk bijtijds op te staan en even op te frissen onder de douche. Na een beetje bijgekomen te zijn en James gedag gezegd te hebben, zijn we op de motoren gestapt om naar Azerbeidzjan te gaan. Het weer was stukken beter dan de voorgaande dagen en voor we het wisten bereikten we de grens. Een mega rij auto’s waar weinig gang in zat bevond zich voor ons. We sloten netjes achteraan de wachtrij en draaiden het contactslot uit. Het duurde niet lang of er kwam een politie agent in zijn auto naar ons toe en hij wuifde dat we hem moesten volgen. We passeerden de hele rij auto’s en hij gebaarde de voorste auto van de rij iets naar achteren te gaan. Hopsakee, nu stonden we ineens vooraan. We passeerden de Georgische checkpoint na een korte documentatie check en zetten voort naar het Azerbeidjaanse checkpoint. Hier ook weer een mega rij auto’s voor een groot gesloten stalen hek waar we gewenkt werden naar voren te komen. Het grote stalen hek ging open en wij mochten erdoor met de motoren. Er kwamen wat Azerbeidjaanse militairen en agenten om de motoren staan die het zoals al vaker, allemaal weer prachtig vonden. De documentatie check duurde wat langer, soms begrijpen ze op een of andere manier niet zo veel van Nederlandse motorpapieren lijkt het wel.

Ter plekke moesten we een extra verzekering afsluiten voor zo een 15 dollar. Een local vertelde later dat dit zeer normaal is. Dus al met al, weer een redelijk vlotte grenspassage gehad. Zo rond het middaguur reden we Azerbeidzjan in. De wegen zijn stukken beter dan in Georgië en we kregen ook al meteen de indruk dat dit land een stuk rijker is, mede door de olie. De eerste kilometers gingen zeer vlot. Betere wegen hier, vlak landschap en het weer was goed. Even wat Azerbeidjaans geld gepind en weer verder.

Overigens ook hier weer, zodra we ergens stil staan duurt het niet lang of je hebt grote kans dat er weer een hele groep jongens en mannen rond de motoren staan te kijken. We zetten weer voort in de richting van Baku om nog een stukje te rijden, maar… nu begon het onheil.  Een politie auto kwam achter ons rijden en gebaarde dat we moesten stoppen. Wij netjes gestopt en geen flauw benul van wat er aan de hand kon zijn. Twee agenten stapten uit en begonnen in het Azerbeidjaans het een en ander te zeggen tegen ons. Wij speken geen woord van de taal en zij geen woord Engels, Duits of weet ik veel wat, ja met Russisch kom je hier ook overal weg. Wij de papieren gegeven en ze gingen het een en ander checken in de auto.

Al snel stopte er een bus aan de andere kant van de weg waar twee mannen uitstapten en naar ons toe kwamen gelopen. Ze gaven de agenten een hand en wisselden enige woorden. Een van de twee mannen sprak een goed woord Engels en ze hadden ons als buitenlander met de politie zien staan. Ze wisten hoe laat het was en kwamen ons helpen om als tolk te fungeren. Nu blijkt het volgende: de hoofdweg is een weg waar iedereen als een malle rijdt, je mag er een goede 110, maar op veel stukken wordt dat flink aan de laars gelapt. Maar op dezelfde weg zijn er ook stukken waar je maar 60 mag, dit wordt met een klein bordje aangeduid dat wij uiteraard nooit hadden gezien. En nog gewend aan het verkeer van Georgië, waar verkeersregels niet lijken te bestaan reden we overal lekker dezelfde snelheid, een gangetje van 90 km/uur. Maar de weg in Azerbeidzjan zit vol, maar dan ook propvol met radars, waar we dus geflitst zijn. Okee dit is balen, heel erg balen, en boetes zijn hier niet te zuinig: 200 munat (ongeveer 200 euro) per motor voor de snelheid. Tural (de man die ons kwam helpen ver vertolken) zij dat dit inderdaad echt 200 munat was en we niet opgelicht werden.

Maar nu kwamen we nog verder in de problemen. We hadden gisteren een iets te gezellige avond met de Georgiërs gehad en de hele dag nog bijna niks gegeten of gedronken. Al voelden we ons eigenlijk weer prima, de agenten roken blijkbaar toch nog wat wodka! Okee dit is niet goed, eens zien wat er nu gaat gebeuren dachten we. Jelle bleef bij de motoren en Jeroen moest de auto in. We reden in een noodgang naar het dichtst bijzijnde dokterspost voor een blaastestje. En uiteraard waren er nog wat sporen van de vorige avond al was het al het einde van de middag?! Zwaar spul blijkbaar die Chacha wodka variant. Weer terug in de auto en met een bloedgang weer terug naar de motoren. De agenten raakten in een zwaar gesprek met de twee mannen die ons kwamen helpen.

Tural vertelde ons dat dit sowiezo veel geld ging kosten en in het slechtste geval ook meerdere dagen vanwege vele procedures, papierwerk en andere ellende. Nu blijkt er een ding, de politie in Azerbeidzjan is corrupt, zeer corrupt. Alleen schijnen ze bang te zijn voor toeristen en corruptie. Wanneer een toerist te maken krijgt hier met corruptie en dit verlinkt, kan de agent zijn baan kwijt raken. Maar Tural heeft staan lullen als brugman met de agenten om het toch corrupt op te kunnen lossen. Het was veel,  heel veel geld. Totaal 800 munat. Alleen zou de niet corrupte weg zeker niet minder kosten en nog heel veel tijd en andere ellende mee brengen. Jelle en ik zijn met Tural in zijn bus naar de dichtstbijzijnde stad gereden om cash te pinnen terwijl de agenten bij de motoren langs de weg wachtten.

Eenmaal terug moesten Jelle en ik in de bus blijven zitten en het geld aan Tural geven. Wij mogen het namelijk niet zien en de agenten zouden het al helemaal niet van ons als toerist aan nemen. Tural heeft de agenten betaald en voordat we konden uitstappen waren ze al weer verdwenen. Uiteraard is corruptie niet goed, maar dit keer heeft het ons een hoop gezeur gescheeld. Overigens is niet al het geld direct voor de agenten. Tural vertelde dat ze met het geld naar de mensen achter de radar schermen gaan en de man die de blaastest gedaan heeft. Iedereen krijgt iets, alle sporen worden vernietigd en het is alsof we nooit aangehouden zijn. De agenten zelf houden er iets van 100 (nog steeds een hoop) aan over.

Nu stonden we daar langs de weg, terwijl het avonduur al nabij kwam. Tural bood ons aan om met hem mee te gaan. Het is hier voorjaarsvakantie en hij was bij familie om morgen een bruiloft  bij te wonen. Hij vertelde ons dat hotels hier goed aan de prijs zijn maar dat veel mensen een soort van verblijfplekken hebben, waar je kan overnachten voor een kleine vergoeding. Dit wordt veelal door vrienden, familie en militairen gebruikt om geen dure hotelovernachting te hoeven boeken.

Onderhand hadden we aardige honger gekregen en dus gingen we met Tural wat eten in het plaatselijke stadje. Het mooie hier is dat een taxi niet veel kost. Hij had de gehele dag een persoonlijke taxi chauffeur bij zich die ons naar een restaurantje reed. De taxi is overigens een van de oudste Lada’s die je je maar kan voor stellen en de wegen zijn onverhard, echt een prachtrit! We kwamen bij een restaurant waar we plaats namen in een soort tuinhuisje. Het is hier gebruikelijk dat je met je gezelschap plaats neemt in een eigen hutje en zo meer privacy hebt. En ik geef ze niet helemaal ongelijk, eerst was het een beetje vreemd, maar het had wel wat, het was een stuk persoonlijker. Overigens at de taxi chauffeur ook mee.

We kregen van alles voorgeschoteld van vlees, oioioi zo lekker! Voordat we ook maar iets te drinken konden bestellen stond de volgende fles wodka op tafel!! Nee toch, blijkbaar zat de Chacha nog in ons en we moesten alweer verder aan de volgende. Azerbeidzjan is een moslimstaat, maar wat ze over hebben gehouden van de russen is dat ze niet vies zijn van drank. Wodka tijdens het gezelschap en een biertje achteraf voor het lekkere. Nu waren we zo goed geholpen vandaag dat we moeilijk nee konden zeggen op een rondje proosten. Dus hop daar ging weer een glaasje naar binnen. Eigenlijk beviel het wel en was de fles gewoon weer leeg aan het eind (we hoefden de volgende dag niet te rijden).

Na het heerlijke eten zijn we weer de taxi ingegaan die ons midden in de stad had afgezet. Tural liet ons kort even wat zien tijdens een loopje waarna we bij het huis belandden waar de familie van Tural woont waar we zouden slapen. Hier hedden we binnen nog wat thee gedronken en een lekkernij gekregen waarna we in bed zijn gedoken. We lagen nog wat na te praten van de lange dag waarin we weer heel veel hadden meegemaakt toen Tural aanklopte. Hij woont in de hoofdstad Baku en we waren uitgenodigd om met hem mee te gaan naar Baku als hij van de bruiloft wegging.

Maar wegens omstandigheden met zijn bedrijf moest hij de volgende dag in Baku zijn en kon hij niet bij de bruiloft aanwezig zijn. Of we het goed vonden om morgenochtend vroeg of nu weg te gaan? Nou ons ritme en de dag was toch al ondersteboven en binnenstebuiten, dus waarom niet nu? De motoren hebben we achter in zijn bus geladen  en rond een uur of halftwaalf ‘s avonds zijn we weggereden om zo een 450 kilometer naar Baku te rijden. De wegen zijn hier onverlicht en en de conditie van de weg is ook niet wat wij gewend zijn in Nederland. Het zou een lange rit worden. Allen al vechtend (en de bestuurder in het bijzonder) tegen de slaap, met een tussenstop voor een kop thee, werden de kilometers weggereden.

Het voordeel van ’s nachts rijden was dat het rustig was op deze wegen die overdag zeker rond Baku erg druk zijn. Iets over vier uur ‘s morgens kwamen we in de stad aan. Maar nog niet te vroeg gejuicht, de motor van de bus begon kuren te vertonen. Het leek erop dat hij op minder cilinders begon te lopen. Zo lang hij de bus had, had hij nog nooit problemen gehad en nu, nu iedereen moe is, midden in de nacht wel. En ja hoor ongeveer 500 meter voor zijn huis stopte de bus ermee. 450 kilometer gereden en dat laatste stukje kon er niet meer bij. Hier stonden we op het hoogste punt in Baku, dat een groot  kerkhof is waar een weg doorheen loopt. We zijn uitgestapt en hebben de laatste straten gelopen waarna we bij zijn huis aankwamen. Hier had hij een extra kamer die dient als een soort thuis hotel met bedden waar we konden overnachten. Rond een uur of vijf zijn we moe en voldaan van een lange, hele lange dag met vele ervaringen neergeploft op bed en heel snel in slaap gevallen.

Dag 21 – 22-03-2014

baku fire towers

Rond een uur of tien werden we wakker, waarna we het centrum van Baku zijn gaan bezoeken. Toen we daar aankwamen viel het al in een oogopslag op: alles is hier zeer en zeer netjes. Het centrum heeft een grote boulevard aan de zee met vele grote parken. Parken waar je van de grond kan eten en geen vuiltje te vinden is. Overal zijn mensen bezig met het gras maaien, water geven, vegen, railing poetsen, glaswerk zemen en zelfs de pleinen en paden worden gemopt zodat er geen vogelpoepje te zien is. Overigens is het hele centrum over de top. Te netjes, te chique, te duur en ga zo maar door.

boulevard baku

Het schijnt dat dit met name sinds een paar jaar is, het land zit vol met olie waar de overheid goed van profiteert en het geld er tegenaan smijt in het centrum van Baku. Zo zijn ze begonnen met de bouw van een wolkenkrabber die de hoogste ter wereld moet worden en is overal de mega vlaggenmast te zien met de Azerbeidjaanse vlag. Het schijnt de grootste vlag ter wereld te zijn (de mast is dacht ik zo een 106 meter hoog). Venetië is in het klein nagebouwd, waar je in een bootje kan rondvaren door water waar geen blaadje in ligt en de taxi’s zijn er gestolen uit Londen (ze zijn alleen paars hier).

venetie in baku

De lucht was volledig wolkloos en in de zon was het goed vertoeven in stad. Ook zie je hier iedereen, zowel jongens als meiden voor van alles en nog wat poseren om vastgelegd te worden met een mega camera, mobiel of Ipad. Het was echt een bizar centrum waar overduidelijk miljoenen oliegeld in gepompt wordt. Maar kom je eenmaal buiten dit ‘perfecte’ centrum dan waan je je al snel in een volledig ander Baku. Het contrast is enorm, nog veel hier hebben moeite om genoeg geld binnen te krijgen voor wat te eten en te drinken. Laat staan dat ze wat kunnen kopen in een van de veel te dure winkels in het centrum van Baku. Tural vertelde ons er die avond nog wat meer over. Het land is erg rijk vanwege de olie, maar al het geld wordt gestopt in projecten om het het eerste aanbeeld van het land zo mooi mogelijk te maken en om in defensie te stoppen. Uiteraard verdwijnt er veel in de zakken van mensen die voor de overheid werken.

baku buiten centrum

Na de hele dag door de stad gedwaald te hebben zijn we met de taxi terug gegaan. ’s Avonds nog wat gegeten met Tural in een plaatselijk restaurantje, waar uiteraard weer de fles wodka bij moest die ook leeg moest. Voorlopig hebben we even genoeg wodka gezien.

Dag 22 – 23-03-2014

We zouden nog een dag in Baku blijven om de volgende dag naar Iran te trekken. Opnieuw zijn we eerst even het centrum in gegaan. De vorige dag hadden we namelijk geen fotocamera bij ons en het zou toch zonde zijn om hier wat foto’s van te missen. Er zijn hier twee soorten taxi’s: de nageaapte Engelse taxi’s (van de overheid) en persoonlijke taxi’s. Bij de taxi’s van de overheid weet je redelijk zeker dat je voor een normale prijs op je bestemming gebracht wordt, maar een persoonlijke taxi schijnt nog wel is een ommetje te nemen.

Maar we konden het niet laten om zo’n geweldig oude Lada taxi te nemen. Na gisteren wisten we wat een rit ongeveer kost en hebben we de man dat vooraf gegeven en gevraagd daarvoor richting centrum te rijden. Een piepende en krakende oude Lada waar het interieur en dasboard volledig van versleten is. De bijrijder gordel is vastgeknoopt aan de stoel (anders valt de leuning naar achter, typisch Lada kwaaltje overigens want we hebben er al meer zo zien rondrijden) en de volledige auto schudt en piept al als de motor enkel stationair draait. De taxichauffeur, een beer van een vent op een veel te kleine stoel en krappe auto reed ons al bellend naar de bestemming. Overigens bellend en compleet voorover gebogen, want de mobiel zat aan de lader met een te kort kabeltje. Zodra hij in politierijker gebied komt zwaait hij de gordel over hem heen die vervolgens gewoon los hangt, want het mechanisme om hem vast te klikken is al verdwenen.

Na nog een rondje door de stad gelopen te hebben en wat foto’s geschoten te hebben zijn we weer teruggegaan. Hier hebben we nog een stuk gelopen door de achterwijken van Baku, waar er hier vele van zijn. Eenmaal terug bij het huis van Tural gingen we naar de kamer om even te rusten. Maar we zaten nog maar net toen Tural ons riep: “Guys, come!” Zonder veel te zeggen werd ons duidelijk gemaakt dat we direct op pad gingen. Eer we er erg in hadden zaten we in de auto met nog een andere man die later een vriend van hem bleek te zijn. Beide geen flauw benul van waar we nu weer heen gingen bleek dat we eerst naar zijn bus gingen die kapot was gegaan. De bus deed het namelijk de volgende dag weer, maar stond nu weer met pech langs de weg. Zijn vriend die automonteur is kreeg de bus half aan de praat, maar genoeg om hem naar huis te rijden. Het was toch wel duidelijk dat de bus nu echt even naar de garage moest.

Eenmaal de bus terug gebracht gingen we direct weer verder op pad. Tural ging uit eten met een groep vrienden en wou ons aan hun voorstellen. We reden kriskras door de stad en onderweg pikten we een voor een de jongens op. Met de volle auto reden we naar een restaurantje ergens diep in de stad. Hier namen we plaats aan een tafel in een afgesloten ruimte zoals de restaurants hier werken. Een klein oud kamertje met een tafel en wat oude stoeltjes. De tafel werd vol gezet met van alles en nog wat en we begonnen te eten.

Het eten is hier overigens ook weer fantastisch. Het gaat er goed Bourgondisch aan toe: als bestek heb je alleen een vork, maar die wordt nauwelijks gebruikt. Gewoon lekker alles met de hand. Beetje graaien van alle bordjes die op tafel staan en een homp brood afscheuren en eten maar. Uiteraard nog geen minuut verder of de eerste fles wodka kwam al op tafel. De glaasjes werden vol geschonken, we toostten en de avond zette zich zeer gezellig voort. Het eten is hier overigens vele male verser dan dat wij kennen. Toen het vlees op tafel kwam werd het helemaal smullen. Kebab zoals je hem nog nooit geproefd hebt en het overige vlees dat je heerlijk van het bot kan kluiven. Ook al is het een moslimstaat, varken wordt gewoon gegeten. Ze gebruiken hier gewoon de voordelen van de beide culturen.

Menig fles wodka ging er doorheen en Tural diende als tolk om de gesprekken met zijn vrienden te vertalen. De dag ervoor hadden we een stuk vlees gekregen waarvan Tural niet direct wou vertellen wat het was. Uiteraard nieuwsgierig gevraagd wat het was, bleek het stieren penis te zijn. Het smaakte overigens best goed. Het schijnt hier een wat duurder stuk vlees te zijn in Azerbeidzjan en ze noemen het ‘white meat’. Ook nu werd er weer wat ‘white meat’ geserveerd. Overigens zaten we nu aan tafel met twee mannen die ook agent waren van beroep. Ze waren agent in Baku en kregen het hele verhaal van ons politieavontuur te horen.

Het is overigens zo dat Baku een totaal andere wereld is dan het platteland van Azerbeidzjan. Het land zit vol met corruptie waar we mee te maken hebben gehad, maar in Baku zelf is dit niet. Hier is alles op orde en het is ook een ‘veilige’ stad, maar zodra je je in de meer afgelegen plaatsen en dorpen bevindt, verandert alles en zo ook de corruptie en boetes. Dus puntje bij paaltje zaten we nu allen lachend met de politie wodka te drinken. We kregen nog wat tips mee om de wodkaschade te beperken en de geur te verdoezelen in het verkeer. Het verhaal werd nog beter toen we het restaurant verlieten. De meeste jongens gingen huiswaarts, maar Tural en zijn twee vrienden die van de politie waren wouden ons nog wat van de stad bij nacht laten zien.

We stapten in de auto en een van de twee agenten nam plaats achter het stuur, en dit terwijl er bijna een fles wodka per man doorheen was gegaan! Dus we reden door de stad en stonden opnieuw versteld van de belachelijkheid hier in het centrum. Alles prachtig verlicht als of je door een showroom rijdt. Kriskras scheurden we door de stad langs wat hoogtepunten. Azerbeidzjanen vinden het overigens prachtig om al hun hoogtepuntjes, prachtspotjes en andere mooie dingen aan toeristen te showen. Na een wilde rit met een niet nuchtere agent achter het stuur bereikten we Tural zijn huis waar we de motoren nog even geshowd hebben aan de jongens. We kregen overigens tientallen keren te horen dat we maar niet verder naar Nepal moesten gaan en hier moesten blijven, want er was nog zo veel waar ze met ons naar toe wouden. “Maar sorry jongens, we moeten toch echt verder.” Het plan om overigens de volgende ochtend vroeg te vertrekken was al lang van de baan.

16 thoughts on “Van Maasland naar Nepal – Georgië en Azerbeidzjan

  1. Jongens, dit leest haast als een thriller!!! Fantastisch! Ga zo verder. Veilige reis, hartelijke groeten, Marianne en Wim

  2. Hoi!
    Wat een verhaal….!!!
    Het lijkt wel of jullie in een film zijn beland, heel spannend!

    Doe voorzichtig hè!
    Ben benieuwd naar de volgende avonturen!!
    Heel veel groeten vanuit Leiderdorp!

  3. Lieve Jeroen en Jelle,
    Wederom een fantastisch verhaal!!! Waarschijnlijk hebben jullie de kou en de regen nu even achter je gelaten en wordt het hopenlijk volop genieten van de zon in Iran. Uiteraard lezen we graag de belevingen aldaar. Ook de foto’s zijn geweldig en geven een mooie aanvulling op het geschreven stuk. Heel veel liefs en natuurlijk een dikke kus van Marcel en Hilda (ook voor jou Jelle)

  4. Wat een verhaal zeg.
    Dat was wel een aardige kostenpost voor een avondje wodka!
    Je komt wel veel mensen tegen en wat gastvrij.
    Leuk om dat mee te maken.
    Goede reis verder en tot het volgend verslag, het is heel leuk om te lezen!

  5. je schrijft ook leuk, zonder fouten en net alsof je praat
    Wel erg veel informatie als je er niet bij was maar heel leuk
    hadden jullie niet wat kampeer uitrustingen kunnen testen voor fabrikanten ? (en dat dan gratis mee krijgen of geld voor de recensies)

    Alaaf !

  6. Top verhaal!
    Laten wij als lezers met z’n alle iets opsteken van de Georgische gastvrijheid!

    Jeroen & Jelle, geniet ervan!
    X, je broer!

  7. Hoi Jeroen en Jelle, wat een fantastisch fotoboek houden jullie over aan deze reis met een hoofd vol herinneringen en jullie zijn er nog niet. Heb pas een documentaire gezien van Azerbeidzjan en daar waren ook enorme bouwwerken te zien, waar schijnbaar ook Nederlanders aan mee bouwen. Een goede reis verder en dat jullie in goed gezelschap mogen blijven. Veel liefs en nog veel goede kilometers. Martha

  8. Wat een schitterende reis is dit!
    Ik lees met veel plezier al jullie verslagen, en zou graag zelf een keer in de situatie zijn die kant uit te kunnen op de motor!
    Veel succes nog met jullie verdere reis

  9. Oh, wat een heerlijk avontuur. Alle ontberingen in de bergen en de gastvrijheid van de bevolking, geweldig. Blijf zo schrijven want we genieten allemaal mee met jullie !! Nog veel veilige kilometers gewenst. M.vr.gr., GerardT.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *