We beleven een troosteloze winter. Of beter gezegd, we beleven een eeuwige herfst. Al maanden droom ik van een stukje extreme winter, om nu stilaan te beseffen dat het niet meer voor dit seizoen zal zijn. Heerlijk door de sneeuw en de vrieskou dansen is vervangen door dag na dag uitgeregend thuis komen van het werk. Het was dus hoog tijd om nog eens echt plezier uit het motorrijden te halen. En dus vertrokken op een (uiteraard regenachtige) zondagmorgen de wielen naar de Ardennen.
Als je een beetje in een leuk gebied wil gaan karren moet je eerst het noodzakelijke kwaad trotseren: enkele stevige snelwegkilometers. Ik heb het innige geluk om slechts een kleine honderd kilometer van de dichtsbijzijnde speeltuin te wonen: de Ardennen. Mijn favoriete uitvalsbasis om de ardennen in te duiken is Marche-en-Famenne: het is snel en goed bereikbaar, en je bent onmiddellijk in het hart van de ardennen.
De route begint dan ook aan de kerk van Marche-en-Famenne, die gebouwd is in de typische ardense stijl. Na al die snelwegkilometers wil je natuurlijk graag onmiddellijk aan het echte werk beginnen. Van Marche rijden we over de sierlijke snelle gewestweg naar La Roche-en-Ardenne. Deze ‘parel van de ardennen’ aan de Ourthe is zeker een bezoekje waard, al kan je hier in de zomermaanden over de koppen en motoren lopen. Bij het binnenrijden van La Roche zie je op je linkerkant op de hoge rotsen het middeleeuwse Château de La Roche-en-Ardenne. In de brasserie op de hoek van de Place Du Bronze hebben ze heerlijke spaghetti.
Als je in de buurt van La Roche bent, moet je zeker de Barrage de Nisramont bezoeken. Hier wordt de Ourthe tegengehouden door een stuwdam van 16 meter. Het meer van Nisramont dat hierdoor gevormd werd, heeft een oppervlakte van meer dan 47 hectare.
Na de barrage kabbelt de route verder langs rustige wegen tot voorbij Nassogne. Daar verlaten we de bewoonde wereld en gaan we verder over de typisch ardense kronkelende eenvaksbaantjes. Via Hargimont en Havrenne slinger je door de meest idyllische plaatsjes naar Rochefort.
Rochefort, bij menig bierkenner gekend als één van de zes Belgische trappistenbieren. Helaas kan je de abbaye de Saint-Rémy niet bezoeken en er dus ook niet de innerlijke mens versterken. Een beetje sip en vooral dorstig verlieten we het grondgebied van het edele gerstennat om een tweetal kilometer verderop, in het centrum van het pittoreske Rochefort, terecht te komen in La Gourmandise, een prijzige brasserie waar ze ook streekproducten (en dus ook trappistenbier) verkopen. Even genieten van de streek is natuurlijk verplicht.
We verlaten Rochefort langs het westen. Na een tiental kilometer komen we bij Houyet, waar het meest uitdagende stuk van de route ligt. De ene haarspeldbocht na de andere brengt ons bij Finnevaux, waar je boven op de heuvel rijdt en langs beide kanten een schitterend uitzicht hebt. De wolken die je aan je linkerkant ziet zijn afkomstig van de koeltorens van de kerncentrale van Givet in Frankrijk. Die Franse sloebers hebben namelijk een kerncentrale gebouwd in de grote Franse inham in België.
Even verder rijden we de Maas over en komen we in de kleine ‘stad aan de rots’ Dinant aan. Hier heb je nog enkele schitterende bezienswaardigheden, zoals de rots Bayard – waar volgens de legende de rots door de hoef van het Ros Beiaard werd gespleten – of de citadel van Dinant, waar je een schitterend uitzicht over de stad en de Maas hebt. Hier eindigt ook de route en ben je vlakbij de E411 voor het noodzakelijke kwaad richting thuiskomst.
De route is 140 kilometer lang en kan je hier als routebeschrijving afdrukken of downloaden op je gps.
Ik vind het prima zo! (het weer) Talrijke ritjes gemaakt zelfs kampeertripje! Vrijwel geen verkeer op de weg. En amper motoren. Wat weer voordeel heeft bij de diverse (motor)stops, en geen laagvliegers die je met hoge snelheid voorbij vliegen.
Door mijn low-budged (€23) verwarmd vestje(zie motorforum), is het ook met lage temperaturen goed rijden.