Laurens (24), Bauke (27) en Rutger (24) reden de Oude Zijderoute. Laurens deed dit op een vijftig jaar oude Vespa en Bauke en Rutger reden geheel in stijl met een Lada Niva. Einddoel van de reis was Mongolië, hierbij doorkruisten ze de volgende landen; Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Turkije, Georgie, Azerbaijan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tajikistan, Kirgizië, Kazakstan, Rusland en Mongolië. Helaas heeft Laurens met de Vespa in Kirgizië moeten afhaken.
Ochtendgloren
Een nieuwe dag begint
Als het ook maar een beetje licht is ga ik rijden
Binnen is het nog donker
Buiten schemert het
Een kat mauwt
Ik zoek contact met hem maar hij vermijdt me
Ik ben alleen
Het tl licht onder het ranzige van asbest gefabriceerde afdak strijdt met de opkomende zon om de vespa te mogen verlichten. De plek is vies, naast de vespa staat een verlaten ural motorfiets en de tl verlichting trekt massa’s ongedierte aan. Kakkerlakken, mestkevers, muggen, vliegen, alles komt voorbij gekropen of gevlogen. Ik heb ‘binnen’ geslapen. Een vies hok dat een truckerscafe moet voorstellen. Buiten staan twee bedden. Één bed is bezet door een vrachtwagenchauffeur. De jongen waarmee ik gister heb gepraat, en de vermoedelijke eigenaar, ligt te slapen op een verhoging waarop een klein en laag tafeltje staat waar mensen in Centraal Azie aan eten of thee drinken. De vriendin van de vermoedelijke eigenaar is net als mijn smartphone geheel spontaan verdwenen… Het totaal aantal spullen dat ik nu nog bij me heb is hiermee beperkt tot 4. Ongeveer 30 dollar aan Oezbeekse cash, een camera, mijn paspoort en mijn vespa. Ik bevind me ergens in de woestijn op een ‘weg’ tussen Khiva en Buhkara. Een afstand van zo’n 480km. Een afstand die in normale omstandigheden in één dag met een Vespa en een Lada af te leggen moet zijn. In normale omstandigheden…
Als de eerste 200km er op zitten besluiten we te eten ergens langs de kant van de weg. Na bedankt te hebben voor de meest onsmakelijke portie gefrituurde vis van mijn leven bestellen we fried eggs. De eieren bevallen beter en met een volle maag en hernieuwde energie vervolgen we onze weg richting Buhkara. Nog 280km, nog drie uur voor het donker wordt en een weg met voor Oezbeekse begrippen goed asfalt. Buhkara here we come…
Het is bijzonder hoe een samenkomst van toevalligheden bepaalde situaties kunnen beïnvloeden. Uiteraard is dit hoe ongelukken ontstaan maar het blijft bijzonder hoe dergelijke toevalligheden bepaalde situaties kunnen vormen. Ongeveer een half uur nadat we gegeten hebben blijft het gas van de Vespa opeens hangen op stand volgas. Er moet iets met de gaskabel gebeurd zijn waardoor de gasschuif geblokkeerd is. In eerste instantie besluit ik een tijdje door te rijden maar ik besef me al snel dat ik dit toch moet gaan repareren. Ik rijd een heuvel over en haal een vrachtwagen in en zet de Vespa aan de rechterkant van de weg. De jongens zaten hooguit een paar honderd meter achter me en ik kijk achterom om te zien waar ze blijven. Ze zullen zo wel komen denk ik en ik haal de zijkap van mijn scooter er alvast af. Raar. Na een paar minuten zijn ze er nog steeds niet terwijl ze toch zo dicht achter me zaten. Lichtelijk gepanikeerd zet ik de kap terug op de vespa en rijdt een stuk terug, misschien hebben ze toevallig ook pech gekregen. Ik rijd terug, 1 kilometer, 2 kilometer, 3 kilometer. Ik kom ze niet tegen en besef me dat ik mijn eigen stomme omstandigheid heb gecreëerd. De jongens moeten voor me zitten en niet achter me. Op het moment dat ik de vespa voor de vrachtwagen aan de kant heb gezet zijn de jongens de vrachtwagen in gaan halen, mede door het over rijden van de heuvel hadden ze geen idee over de afstand waarop ik me van hun zou bevinden. En op het moment dat ik de vespa rechts in de berm zet, zitten zij links voor de vrachtwagen waardoor ik ze niet zie. Hierdoor denk ik dat ze nog achter me zitten en denken de jongens dat ik verder voor ze zit. Door vervolgens terug te rijden vergroot ik de afstand, en de jongens gaan juist wat harder rijden om me weer bij te halen…
Met een vespa die alleen vol gas kan zet ik weer koers in de goede richting. Al snel begint het te schemeren waardoor het naast een slinkende benzine voorraad ook nog eens een race tegen de klok wordt. De jongens niet inhalen betekent geen benzine, geen geld, geen tent, geen matje, geen slaapzak, geen water. Niks.
Na 20 km moet ik overschakelen op reserve. Nog ongeveer 30km over om de jongens in te halen alvorens ik de jerrycan moet gebruiken. Ik ga op de vespa liggen om snelheid te winnen. Vrachtwagen voor vrachtwagen kruip ik naar voren door de woestijn speurend naar de horizon op zoek naar een Lada Niva met een licht groene krokodil op het dak… De vespa valt uit. Ik stop en panikeer lichtelijk. De lada inhalen lijkt een onmogelijke taak en het ziet er naar uit dat ik op zijn minst de nacht alleen in de woestijn moet doorbrengen. Er gaat van alles door mijn hoofd. Alleen een nacht in de woestijn zonder spullen moet een hel zijn. Daarnaast maak ik me ook nog druk om het feit wat er met de jongens gebeurd is. Misschien heb ik ze wel ergens over het hoofd gezien en zijn ze met de lada van de weg af geraakt. Ze zijn voor mijn gevoel in het niets verdwenen. Het is een nachtmerrie waar ik voorlopig niet uit zal ontwaken.
In mijn waas van paniek gebaar ik een vrachtwagen om te stoppen. Hij stopt. Wat jonge mannen stappen uit en beginnen in het Oezbeeks/Russischs tegen me te praten. Ze denken dat ik pech heb en willen me een sleep aanbieden. Ik maak duidelijk dat ik graag zou willen bellen. Ik bel Bauke maar ik krijg geen gehoor, ik bel Bauke nog een keer maar krijg geen gehoor. Dit heeft geen zin. Ik gooi de jerrycan met benzine in mijn benzinetank en spurt er vandoor.
Met een gashendel op stand vol gas geef ik gas door de vespa aan en uit te zetten, ook met schakelen moet de vespa aan/uit om fatsoenlijk te kunnen (ont)koppelen, afremmen doe ik door de motor langer uit te zetten en wegrijden doe ik dus door de vespa aan te lopen.
De weg wordt slechter. Een wegdek vol met gaten wisselt zich af met een wegdek vol zand en slecht asfalt. Nog 100km voordat ik definitief stil zal komen te vallen en nog 230km naar Buhkara. Als snel begint de vespa in te houden, een beetje alsof hij geen benzine meer krijgt, hij wil er mee stoppen. Gek denk ik, ik heb net de jerrycan er bij gegooid en moet nog zeker 80km hiermee kunnen rijden. Ik besef me echter al vrij snel dat ik in de paniek een domme fout heb gemaakt. De vespa loopt warm.
Om een vespa draaiend te houden is 1 ding essentieel. Er moet olie bij de benzine met een mengverhouding van ongeveer 1:50, in elk geval altijd liever meer olie dan minder. Door de olie in de benzine wordt de zuiger en de lagers van de krukas gesmeerd. Zonder deze smering loopt de vespa warm. Dit betekent dat de zuiger te ver uitzet en zich vast klemt in de cilinder. Een warmloper kan ernstige schade veroorzaken aan de motor en zorgt in het minste geval voor extra slijtage van de zuiger en lagers. In dit geval ben ik dat meest essentiële onderdeel van het tanken vergeten: de olie… Ik knijp de koppeling in en rem af, de motor blokkeert. Dit kan er nog wel bij, en ik denk aan een bekend engels gezegde, if things go worse, imagine things always can get more worse… Ik besluit dat panikeren echt geen zin meer heeft en bedaar me zelf tot rust te komen. Ik wacht, gooi olie bij de benzine en voel met de kickstarter of de motor weer los is. Hij is los. Ik baal en vervloek mezelf voor deze ongelofelijk door paniek ontstane domme fout. Ik start de motor. Een aantal rammeltjes rijker maar de motor loopt verder nog prima. Met een dubbel gevoel loop ik de scooter aan en vervolg mijn weg door de woestijn in een idiote race tegen de klok en een lada met een krokodil op het dak.
Al snel wordt het donker en met dat engelse gezegde in gedachte wordt ook de weg alsmaar slechter en slechter. Pothole hier pothole daar en af en toe een zanderig stuk. Met moeite weet ik de meeste potholes te ontwijken maar af en toe pak ik er al één mee. Met het licht van af en toe een auto of vrachtwagen probeer ik de weg voor me af te speuren om de beste route te pakken. Het licht van de Vespa stamt ook uit de jaren 60 en is van de variant ‘niet zonder straatverlichting berijden’, in dergelijke landen besef je je dan ook goed hoe bijzonder onze goed geplaveide en belichtte wegen wel niet zijn. Zonder licht van andere auto’s moet ik op goed geluk en met het licht van een halve maan mijn weg zien te vinden. Een grote opgave op een zeer slecht weg dek en al snel gaat het dan ook bijna fout. Met een doffe dreun klapt de Vespa vervaarlijk omhoog en slingert als een wilde stier die zijn berijder van zich af probeert te schudden. Met moeite blijf ik op de scooter zitten en weet ik de vespa recht en op de weg te houden. Dit is gekkenwerk zeg ik tegen me zelf, gekkenwerk met gevaar voor eigen leven en een grote kans om de hele situatie nog erger te maken. Ik realiseer me dat ik Buhkara nooit haal op deze manier en dat het inhalen van de Lada ook niet meer zal lukken. Ik ben op mezelf aangewezen en zal het moeten doen met de beperkte middelen die ik heb. De eerste de beste plek waar ik ook maar enigszins fatsoenlijk zal kunnen slapen zal ik stoppen.
De weg in Oezbekistan wordt voornamelijk overheerst door Daewoo auto’s (door een of andere bijzondere samenwerking van de Oezbeekse overheid met die van de Zuid-Koreaanse), en daarnaast zie je natuurlijk nog relatief veel voormalige USSR voertuigen. Op de betreffende weg, de hoofdweg tussen Nukus (een grote stad in het westen van Oezbekistan) en Buhkara (een grote stad in het midden van Oezbekistan) is er bovendien veel vrachtverkeer. Motoren daarentegen, zie je bijna niet, af en toe kom je is een Ural of een andere voormalige sovjet unie motorfiets tegen. Het moet dus ontzettend raar zijn geweest voor de jongen en het meisje dat het truckerscafe leken te beheren toen ze uit het niets in het donker een of ander wit, voor hun onbekend, voertuig het terrein op zagen rijden, met daarop een Europese jongen, zonder bagage en in zijn t-shirt…
Ik zet de vespa op zijn standaard en loop richting de jongen en het meisje. De jongen ligt op een verhoging en doet niet echt moeite om contact met me te maken. Het meisje staat in de keuken en met wat moeite kom ik wel in contact met haar. Ze kijkt me raar aan en vraagt zich af wat ik van dr wil. Met gebaren van handen en voeten maak ik duidelijk dat ik hier graag zou willen slapen. De jongen is zich er ondertussen ook mee gaan bemoeien, uiteindelijk lijken ze de gebarentaal te begrijpen en stemmen ze toe. Ik krijg een plek gewezen binnen in het vieze gebouw op een verhoging waar normaal op wordt gegeten of thee gedronken.
Het meisje biedt me thee aan, ik was er hard aan toe, bij de vijf spullen die ik bij me had zat namelijk geen water inbegrepen. Ik ben gebroken en zou het liefst direct neerploffen op de verhoging binnen in het gebouw. Aan de verhoging buiten waar ik ben neergestreken heerst bovendien een beetje een rare sfeer. De jongen en het meisje zijn een westerling natuurlijk niet gewend en ze lijken vooral geïnteresseerd in de spullen die ik bij me heb. Nu zijn het er niet zoveel, maar een digitale camera en een smartphone zijn zo midden in de Oezbeekse woestijn natuurlijk wel erg interessant. Als eerste wordt de fotocamera aan een uitgebreide inspectie onderworpen. Natuurlijk worden er ook foto’s gemaakt en een groot deel van de gemaakte foto’s wordt met volle aandacht bekeken. Als men eindelijk genoeg heeft van het foto’s kijken is de smartphone aan de beurt. Ze lijken niet echt te weten hoe het werkt maar een telefoon met touchscreen is toch wel erg bijzonder. Vooral de jonge dame lijkt haar ogen er niet vanaf te kunnen houden. Als ik de telefoon en camera terug heb leg ik ze dan ook maar snel uit het zicht en ik schakel subtiel over op een ander onderwerp. Met pentekeningen maak ik mijn situatie duidelijk. Het stel praat en lacht er over maar lijkt niet erg empathisch. Ik vermoed dat ik het een uur met ze heb volgehouden en besluit dan binnen op de verhoging neer te ploffen voor de hoognodige slaap. Ik wil mijn spullen in mijn zakken houden omdat ze daar veiliger zijn. Het ligt echter voor geen meter dus als snel zijn ze er weer uit. Ik probeer ze een beetje onder de tafel te verstoppen. Echt bang dat ze gestolen worden ben ik eigenlijk niet, het klinkt wellicht raar maar stelen is iets wat ze in deze landen niet echt kennen. Er is over het algemeen een grote sociale controle en de cultuur lijkt niet echt ingesteld in het stelen van elkaars eigendommen. Na deze nacht zal ik mijn theorie echter moeten herzien…
Ik bedenk me hoe raar de dag is verlopen, die middag deed ik nog een telefonisch interview met een radiozender in Nederland. Ik vertelde dat het allemaal erg goed ging en dat we tot dus ver nog geen hele gekke dingen hadden mee gemaakt. Het zag er allemaal rooskleurig uit en we zagen uit naar het vervolg van de reis. De weg was goed, de stemming was goed, en we hadden het naar ons zin. Nu, zo’n negen uur later, ziet het er allemaal heel anders uit.Ik heb nog geen idee waar de jongens zijn of wat er met hen gebeurd is, ik heb voor nog maar 30km benzine en bijna geen geld. Gek genoeg ben ik de kalmte zelf, ik berust in mijn situatie en maak een plan voor morgen. Als het ook maar een beetje licht is ga ik rijden. Ik val in slaap.
Midden in de nacht schrik ik wakker. Mijn telefoon, denk ik, mijn telefoon. Ik controleer mijn spullen. Mijn smartphone is weg… Hoe kan het denk ik. Hoe kan het, mijn portemonnee, camera en paspoort liggen er nog maar mijn smartphone is weg. Droom ik? Nee, ik ben wakker. Ik kijk om me heen. Er is niemand. Ik ben alleen.
Ik word wakker, het schemert en een kat mauwt. Ik sta op en loop door het gebouw om te kijken of ik ergens mijn telefoon kan vinden. Zonder succes stap ik het gebouw uit, de jongen slaapt nog en ligt op de verhoging waar ik hem gister ook aantrof toen ik hier aan kwam gereden. Ik twijfel om hem wakker te maken om mijn telefoon terug te krijgen, het moet ergens tussen 4 en 5 uur ‘s ochtends zijn en ik heb geen zin om ruzie te krijgen. De dame is in geen velden of wegen meer te bekennen. Ik verken de omgeving, er is niks, binnen staat een hele ranzige koelkast. Ik trek de deur open om te kijken of er iets van drinken in ligt. Er liggen alleen wat stukken rottend vlees. Ik neem een kijkje in de keuken, ook hier valt niks te halen. De ural die buiten staat is ook al tijden buiten gebruik en er zit dan ook geen druppel benzine meer in. Op het moment dat ik wil vertrekken komt er een vrachtwagen aan gereden, hij stopt en twee mannen stappen uit. Ze trekken de motorkap open en beginnen te sleutelen. Ik loop naar de mannen toe en groet de meneer die staat te sleutelen; ‘salaam’, hij groet terug; ‘salaam aleikum’. Hij vervolgt; ‘Otkuda?’ Een veel gestelde vraag in Centraal Azie. Niederlandiya antwoord ik. Hij kijkt naar mn scooter. Ik wijs naar de carburateur en probeer duidelijk te maken dat ik een platte schroevendraaier nodig heb. Hij begrijpt de gebarentaal en met een oude schroevendraaier met een amerikaanse vlag er op schroef ik het deksel van mijn carburateur er af. Een enkele draad van de winding van de gaskabel heeft zich opgefrommeld tussen carburateur en carburateur huis, gevolg is dat de gasschuif niet meer terug kan naar zijn originele positie en dus op stand vol gas blijft staan. Onder het motto liever vol gas dan geen gas besluit ik dat dit een reparatie is die ik liever niet hier langs de weg uitvoer. Ik schroef het deksel terug op de carburateur en bedank de man voor het lenen van de schroevendraaier. Vergeefs loop ik nog een rondje op het terrein op zoek naar iets dat van toepassing kan zijn op de kilometers die nog voor me liggen. Dan loop ik de vespa aan, spring er op en vervolg mijn helse rit.
Vijf uur ‘s-ochtends is het zelfs in Oezbekistan in een t-shirt met een kruissnelheid van 90-95km/uur erg koud. Ik heb echter besloten om zo snel mogelijk naar Buhkara te rijden en prefereer de koude boven de zinderende hitte van 40 graden. Bibberend zit ik op de Vespa. Na zo’n 15 kilometer in het Oezbeekse ochtendgloren kom ik weer wat leven tegen. Het is een politiepost. Ik stop voor de slagboom en een agent komt naar me toe. Hij vraagt waar ik naar toe ga. Dan verwondert hij zich over het feit waarom ik niks bij me heb en wat ik hier doe. Gelukkig is er toevallig een man bij die een beetje engels spreekt en via hem weet ik de situatie duidelijk te maken. Een lada met een krokodil op het dak heeft hij niet gezien en na 20km is er een tankstation. Ik controleer het benzineniveau van mijn vespa. Nog zo’n 30km schat ik, dat zou dus net moeten lukken. Ik bedank de mannen en loop met de vespa naar een klein winkeltje dat zich ook vlak bij de post bevindt. De eigenaar, een jonge man van mijn leeftijd, ligt te slapen voor zijn hok. Ik maak hem wakker en vraag of hij water heeft. Gelukkig kijkt hij niet gek op dat hij wakker gemaakt wordt. Ik koop het broodnodige water en zet koers richting hopelijk een tankstation en Buhkara.
Al snel kom ik het beloofde tankstation tegen. Niet te vroeg juichen is echter de boodschap, de ervaring heeft namelijk geleerd dat de tankstations vaak gesloten zijn of geen benzine meer hebben… Zo zijn we in Nukus een middag op zoek geweest naar benzine. De zoektocht eindigde bij een schimmig huis waar zelfgestookte(!) benzine met octaan 75 werd verkocht. Alsof octaan 75 nog niet beroerd genoeg was werd de benzine ook nog eens aangelengd met water! De vespa liep er overigens prima op en op dat moment zou ik er een moord voor doen. Gelukkig is dat niet nodig, de pomp is namelijk open en tot mijn grote vreugd is er gewoon benzine met octaan 95 te krijgen. Met het beperkte geld dat ik bij me heb is het echter wel zaak om zorgvuldig met het geld om te gaan. Ik hoop nog net genoeg geld over te houden om ergens in Buhkara te kunnen overnachten of contact te kunnen zoeken. Met vernieuwde hoop dat dit hele avontuur nu vrij snel over is rijd ik naar Buhkara. Het laatste stuk naar Buhkara verloopt gelukkig zonder grote problemen. Af en toe is het een beetje gokken welke route te vervolgen maar met de hulp van wat locals weet ik koers te houden. Nu het gebied bewoonder wordt is gelukkig ook het wegdek weer beter geworden en al snel kom ik dan ook aan op de plaats van bestemming. Buhkara is een grote en vrij moderne stad. Het duurt dan ook even voordat ik het centrum heb gevonden. Eenmaal in het centrum zoek ik een internetcafe op. Nu ik geen telefoon meer heb gok ik er op om via het internet de jongens te bereiken. Het is zeven uur ’s ochtends als ik inlog op facebook. Ik heb een berichtje ontvangen van Miquel. Miquel is een professioneel motoravonturier die op zijn gloedje nieuwe BMW in het thema van Spaanse ontdekkingsreizigers dit jaar een reis naar Oezbekistan maakt. We hebben Miquel leren kennen in Nukus en zijn vanaf daar ook een tijdje met hem opgetrokken. Hij heeft ons een berichtje gestuurd met het adres van zijn hotel om weer af te spreken in Buhkara. Het einde van mijn nachtmerrie is in zicht.
Ik zet de vespa op de standaard en loop het hotel in. Ik wil direct door lopen naar de kamer van Miquel maar de manager protesteert: ‘Dat gaat zomaar niet! Je moet eerst betalen en je gegevens afgeven.’ Miquel heeft het een en ander opgevangen vanuit zijn kamer en is naar buiten gekomen om zich er mee te bemoeien. ‘Die jongen ken ik. Hij hoort bij mij, hij gaat eerst slapen en douchen en daarna regelen we de rest.’ De manager is overrompeld en stemt toe. Dan richt Miquel zich tot mij; ‘You look like a f*cking zombie man! What have you done?’ Voordat ik ga slapen wil ik contact hebben gehad met Bauke en Rutger. Met Miquel zijn telefoon lukt het wel om Bauke te bereiken. Het blijkt dat Bauke en Rutger tot ’s avonds laat naar me hebben gezocht, op het moment dat Miquel belt waren ze nogmaals onderweg om weer het hele stuk terug te rijden waar zij dachten dat ik gestrand was. ’s Middags vindt de hereniging plaats en ’s avonds wordt er samen met Miquel geproost op de goed afloop… Op naar het volgende avontuur!
Over de Vespa
De voertuig van keuze is een 50 jaar oude Vespa, type Grand Sport 160. Ondanks deze naam is er voor huidige standaarden weinig ‘sport’ aan, met origineel 160cc en een vermogen van 9 pk blijft de originele topsnelheid steken rond de 95 kilometer per uur. Door een motorconversie is het vermogen verhoogt naar zo’n 12pk met 200cc. Bovendien heeft de scooter hierdoor een stuk meer koppel gekregen, 12volt elektriciteit en een elektronische ontsteking. Wind mee is het nu mogelijk om de 110 kilometer per uur te halen, wind tegen blijft de teller soms staan op 90… Belangrijkste argument voor de motorconversie is een grotere verkrijgbaarheid van onderdelen en een hoge betrouwbaarheid van dit type motor. In aanloop naar de reis is de gehele scooter uit elkaar geweest en van de grond af opnieuw opgebouwd, hierbij is alles wat ook maar enige slijtage vertoonde vervangen door nieuwe a-kwaliteit onderdelen. Ik heb de restauratie zelf uitgevoerd en ben hierbij geholpen door Maskes Vespa Klassiekers.
Petje af, op slechte wegen met die kleine bandjes….mooi verhaal
Wat een prachtige reis..!!
Ik heb het al vaker gezegd een Vespa is alles wat je nodig hebt..;-) Maar waar is de rest te lezen?? komt er nog meer??
Mooi, met een Vespa… Je hebt dus geen dikke BMW of KTM nodig! Graag een vervolg!!
Hallo hallo,
Dank voor de reacties. Helaas zit een geschreven verhaal voorlopig even niet in de planning. Het geheel gebeurt op vrijwillige basis en een fatsoenlijk verhaal schrijven kost helaas erg veel tijd. Jullie kunnen wel het gehele reisverslag terug lezen/kijken op onze facebookpagina: http://www.facebook.com/threebravemen en een mooi filmpjes van ons aanschouwen op youtube: https://www.youtube.com/watch?v=bm-d0TB5SiQ en https://www.youtube.com/watch?v=0hMCFarAJgs
Groeten,
Laurens
Hey Laurens,
Ik zal de fimpjes toevoegen aan het artikel!
Groeten, Janus